Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 november 2016 in de zaak tussen
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Bevindingen 14 maart 2014
Op moment dat wij de grotten binnenkwamen bemerkten wij dat het zeer vochtig was in de grotten en roken een bedompte vieze lucht van stinkend water afkomstig uit de vele aquariums in de grot aanwezig. Dit kwam daar er geen natuurlijke cq mechanische ventilatie was in het gehele grottenstelsel. Door de poorten open te laten werd het langzaam na enige tijd enigszins aangenamer doch het bleef zeer vochtig en overal droop het vocht (condens) van af.
In de grotten was geen verlichting. Ook de aquariums en terraria waren niet verlicht.
We hebben alles moeten bekijken met zaklampen en met wat noodverlichting van de brandweer.
Verder zag ik (kort weergegeven, nader onderzoek op 15 maart en 16 maart 2014)
Alle schuifdeurtjes werden gesloten aangetroffen.
Ik heb enige schuifdeurtjes van de aquariums, vivariums geopend.
Ook werd veel roestvorming boven de bakken aangetroffen. Bekend mag zijn dat roest giftig is voor mens en dier, Daar het condens ook op de roest zat, kon de verontreinigde condens de bakken in vallen waar de dieren aanwezig waren en het water verontreinigen/ vergiftigen. (…)
We zijn hierna op zoek gegaan naar eventueel aanwezig voer voor de dieren in de grotten.
We troffen in een aparte ruimte een openstaande diepvrieskast aan die niet meer aangesloten was op de elektriciteit. Hierin bevond zich diepvriesvoer voor de dieren echter deze was inmiddels ontdooid en in staat van ontbinding. (…)
Dit betrof zinkend voer voor vissen speciaal voor het soort Sterlets. (ondersoort van de Steur).
Dit voer was hooguit voor twee aquariums geschikt voer gelet op de soorten vis hierin.
dierenarts [naam 7]deelde mij na het onderzoek omstreeks 21:50 uur mede dat
alle dieren zo snel mogelijk hier weggehaald moesten worden en ondergebracht moesten worden in de juiste huisvesting en op een plaats waar zij wel de juiste verzorging zouden krijgen. Indien dit niet op korte termijn zou gebeuren zouden veel dieren het niet meer overleven.”
Beslissing
- het beroep tegen het bestreden besluit en kostenbeschikking II ongegrond.