Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 oktober 2016 in de zaak tussen
Stichting Meander Medisch Centrum, te Amersfoort, appellante
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
Procesverloop
Overwegingen
1 januari 2008 afgeschaft.
5 januari 2005, waaraan uitvoering is gegeven door de aankoop van de grond aan de Maatweg en de verkoop van de locaties Lichtenberg en Sint Elisabeth. Tevens wijst appellante op de verlengde termijn die haar bij besluit van 30 oktober 2007 is gegund voor het indienen van de aanvraag voor een bouwvergunning op grond van de WTZi. Ter zitting heeft appellante hier nog aan toegevoegd dat sprake is van strijd met het in artikel 1 van de Grondwet verankerde gelijkheidsbeginsel door de reikwijdte van de Garantieregeling afhankelijk te stellen van een WTZi-vergunning op de willekeurige datum van 1 januari 2008. Appellante stelt onevenredig nadeel te lijden doordat zij geen gebruik kan maken van de Garantieregeling. Uit de argumenten van appellante en de ter zitting gegeven toelichting begrijpt het College dat appellante in dit verband tevens bedoelt te betogen dat zij erop mocht vertrouwen dat de kapitaallasten gemoeid met haar nieuwbouwplan bij de verandering van financieringsstelsel onder een overgangsregeling voor enige vorm van vergoeding in aanmerking zouden komen. In het verlengde hiervan heeft appellante gesteld dat zij in 2010 de bouw van het nieuwe ziekenhuis heeft doorgezet op basis van toezeggingen ten aanzien van de vergoeding van de kapitaallasten.