Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 oktober 2016 op het hoger beroep van:
staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag (de staatssecretaris), appellant
appellant
en
Hexapoda Ongediertebestrijding B.V., te Velserbroek (Hexapoda),
(gemachtigde: [naam 1] ).
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
13 september 2012 (het primaire besluit) een boete van € 1.500,- opgelegd wegens overtreding van artikel 43a van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb).
Het toelatingsbesluit van het Ctgb omvat zowel het wettelijk gebruiksvoorschrift als de gebruiksaanwijzing. Het is van groot belang dat niet alleen het wettelijk gebruiksvoorschrift maar ook de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd. De dosering en tijdspanne waarbinnen de controle moet worden uitgevoerd zijn van cruciaal belang om resistentie bij organismen te voorkomen. Hexapoda heeft in strijd met artikel 43a van de Wgb de voorschriften bij de toelating van het middel overtreden omdat niet tijdig is gecontroleerd op opname van het gif door het te bestrijden organisme (muizen), wat een overtreding is van deel B van de voorschriften (de gebruiksaanwijzing).
Uitspraak van de rechtbank
22 januari 2013 vernietigd en het primaire besluit herroepen. Daarbij heeft de rechtbank, samengevat, overwogen dat, gelet op de tekst van het toelatingsbesluit, de gebruiksaanwijzing niet als wettelijk voorschrift ten aanzien van het gebruik in de zin van artikel 50, eerste of tweede lid, van de Wgb aan de toelating is verbonden. In de tekst van het toelatingsbesluit van 13 februari 1990 wordt onder paragraaf ‘III. Gebruik’ louter verwezen naar onderdeel
‘A. Wettelijk gebruiksvoorschrift’ in bijlage I bij het besluit, en niet tevens naar onderdeel
‘B. Gebruiksaanwijzing’, of naar de gehele bijlage. Naar het oordeel van de rechtbank kan om die reden onderdeel ‘B. Gebruiksaanwijzing’ in bijlage I bij het toelatingsbesluit niet worden aangemerkt als een voorschrift dat op grond van artikel 50 van de Wgb is opgenomen in het toelatingsbesluit. Het in strijd handelen met hetgeen is omschreven in onderdeel
‘B. Gebruiksaanwijzing’ in bijlage I bij het toelatingsbesluit, wat de staatssecretaris Hexapoda heeft verweten, kan gelet op het voorgaande niet als een overtreding van artikel 43a van de Wgb worden aangemerkt, zodat de staatssecretaris niet bevoegd was de boete op te leggen.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
De staatssecretaris is van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft geconcludeerd dat het in strijd handelen met hetgeen is omschreven in onderdeel ‘B. Gebruiksaanwijzing’ in bijlage I bij het toelatingsbesluit van het middel, niet als overtreding van artikel 43a van de Wgb kan worden aangemerkt. Hij stelt dat de rechtbank te lichtvaardig voorbij is gegaan aan de systematiek van de toelatingsprocedure, de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de parlementaire geschiedenis van de betreffende bepalingen van de Wgb.
De staatssecretaris heeft in de zaken van Zungo en Hexapoda hoger beroep ingesteld omdat hij het oordeel van het College wil vernemen over de handhaafbaarheid van het oorspronkelijke toelatingsbesluit, waarin ten aanzien van het gebruik alleen is verwezen naar onderdeel ‘A. Wettelijk gebruiksvoorschrift’ in bijlage I bij het besluit. Volgens verweerder is deze systematiek ook in veel andere toelatingsbesluiten toegepast.
8. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
Beslissing
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 493,- wordt geheven.