Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 oktober 2016 op het hoger beroep van:
staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag (de staatssecretaris), appellant
appellant
en
Zungo Ongediertebestrijding en Hygiënische Verzorging B.V., te Uden (Zungo),
(gemachtigde: mr. M.P.H. van Wezel).
Procesverloop in hoger beroep
De staatssecretaris heeft zich op de zitting laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door P.C.J. de Vries, werkzaam bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Voorts zijn verschenen J. van Galen en mr. L. Hoogendam, beiden werkzaam bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Voor Zungo zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door hun gemachtigde.
Grondslag van het geschil
Het toelatingsbesluit van het Ctgb omvat zowel het wettelijk gebruiksvoorschrift als de gebruiksaanwijzing. Het is van groot belang dat niet alleen het wettelijk gebruiksvoorschrift maar ook de gebruiksaanwijzing wordt opgevolgd. De dosering en tijdspanne waarbinnen de controle moet worden uitgevoerd zijn van cruciaal belang om resistentie bij organismen te voorkomen. Zungo heeft in strijd met artikel 43a van de Wgb de voorschriften bij de toelating van het middel overtreden omdat niet tijdig is gecontroleerd op opname van het gif door het te bestrijden organisme (muizen), wat een overtreding is van deel B van de voorschriften (de gebruiksaanwijzing).
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
De staatssecretaris is van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft geconcludeerd dat het in strijd handelen met hetgeen is omschreven in onderdeel ‘B. Gebruiksaanwijzing’ in bijlage I bij het toelatingsbesluit van het middel, niet als overtreding van artikel 43a van de Wgb kan worden aangemerkt. Hij stelt dat de rechtbank te lichtvaardig voorbij is gegaan aan de systematiek van de toelatingsprocedure, de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de parlementaire geschiedenis van de betreffende bepalingen van de Wgb.
54 middelen ter bestrijding van zwarte en bruine ratten en huismuizen - zogenoemde rodenticiden - heeft gewijzigd in die zin dat ten aanzien van het gebruik wordt verwezen naar bijlage I bij het besluit, dus naar zowel onderdeel ‘A Wettelijk gebruiksvoorschrift’ als onderdeel ‘B. Gebruiksaanwijzing’. Ook de toelating van het middel Tomcat Blox (toelatingsnummer 11885N) is in deze zin gewijzigd.
De staatssecretaris heeft in de zaken van Zungo en Hexapoda hoger beroep ingesteld omdat hij het oordeel van het College wil vernemen over de handhaafbaarheid van het oorspronkelijke toelatingsbesluit, waarin ten aanzien van het gebruik alleen is verwezen naar onderdeel ‘A. Wettelijk gebruiksvoorschrift’ in bijlage I bij het besluit. Volgens verweerder is deze systematiek ook in veel andere toelatingsbesluiten toegepast.
8. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
Beslissing
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van Zungo tot een bedrag van
€ 992,-;