In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 23 augustus 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een slijterij in Zoetermeer. De verzoeker had een ontheffing aangevraagd om zijn slijterij open te stellen van 22.00 tot 24.00 uur, in strijd met de bepalingen van de Winkeltijdenwet. De burgemeester en wethouders van Zoetermeer hadden deze ontheffing geweigerd, omdat de openstelling de woon- en leefsituatie in de omgeving negatief zou beïnvloeden en er in het verleden klachten waren geweest over de openingstijden van de slijterij. De voorzieningenrechter oordeelde dat de weigering van de ontheffing niet voldoende was onderbouwd. Er was geen concreet bewijs van overlast of klachten uit de omgeving en de argumenten van de verweerders waren te algemeen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er gerede kans was dat het besluit in bezwaar of beroep niet in stand zou blijven. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, waardoor de verzoeker zijn slijterij voorlopig tot 24.00 uur mocht openstellen van maandag tot en met vrijdag, totdat er een beslissing op het bezwaarschrift zou zijn genomen. Tevens werden de proceskosten van de verzoeker vergoed.