Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
(gemachtigde: mr. A.C. Huisman),
1. [naam 3] AAen
2. [naam 4] AA(betrokkenen) (gemachtigde van betrokkenen: mr. W.K. van den Berg).
Procesverloop in hoger beroep
Betrokkenen hebben een schriftelijke reactie op het hogerberoepschrift gegeven.
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de accountantskamer
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Appellanten komen in hoger beroep op tegen het oordeel van de accountantskamer dat de klacht van appellanten, voor zover deze is gericht tegen het handelen van betrokkenen ten aanzien van de samenstellingsverklaringen bij de jaarrekeningen 2008, 2009 en 2010, wegens overschrijding van de driejaarstermijn niet-ontvankelijk is. Zij voeren aan dat de accountantskamer miskent dat de driejaarstermijn die is opgenomen in artikel 22 van de Wtra eerst aanvangt op het moment dat een klager objectief gezien, gelet op de voor hem beschikbare informatie, op de hoogte is van het feitelijk handelen of nalaten van de betrokken accountant dat de grond vormt voor het indienen van zijn klacht, in casu het moment dat de samenstellingsverklaringen zijn afgegeven. De toenmalige aandeelhouders en bestuurders van appellanten hebben altijd vertrouwd op de werkwijze en kundigheid van betrokkenen en daarmee de fouten in de advisering van betrokkenen niet ontdekt. Pas op het moment dat [naam 6] in 2013 de aandelen in appellanten heeft overgenomen, werden de cijfers van de ondernemingen logischerwijs onder een vergrootglas gelegd en zijn de onregelmatigheden in de jaarrekeningen ontdekt.