ECLI:NL:CBB:2016:128
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de accountantskamer inzake PE-punten en geldboete voor accountant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een accountant tegen een uitspraak van de accountantskamer, waarin een klacht is gegrond verklaard wegens het niet behalen van voldoende permanente educatie (PE) punten. De accountant, die sinds 20 augustus 2003 ingeschreven staat in het accountantsregister, heeft over de jaren 2010 tot en met 2012 niet voldaan aan de verplichting om minimaal 120 PE-punten te behalen. De accountantskamer heeft de accountant een berisping en een geldboete van € 2.950,- opgelegd, omdat hij in de driejaarscyclus 59 PE-punten te weinig heeft behaald. De accountant heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij niemand heeft geschaad en dat de boete buitenproportioneel is. Hij heeft ook aangegeven dat hij niet in staat is om de boete in één keer te voldoen.
Tijdens de zitting heeft de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (Nba) zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Sukkel en heeft zij gesteld dat de gronden van de accountant niet kunnen slagen. De accountantskamer heeft de klacht gegrond verklaard op basis van het niet voldoen aan de registratieverplichting van de PE-punten. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de accountant inderdaad niet aan zijn PE-verplichtingen heeft voldaan. Het College heeft de hoogte van de geldboete herzien, omdat in hoger beroep is gebleken dat de accountant slechts 27 PE-punten te weinig heeft behaald in plaats van 59. De geldboete is vastgesteld op € 1.350,-, terwijl de maatregel van berisping in stand blijft.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven en is openbaar uitgesproken op 26 april 2016.