ECLI:NL:CBB:2015:74
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- C.M. Leliveld
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de bedrijfstoeslag 2009 op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de staatssecretaris van Economische Zaken over de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor het jaar 2009. De staatssecretaris had bij besluit van 9 juni 2010 de bedrijfstoeslag van de appellant vastgesteld op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Appellant was het niet eens met de vastgestelde oppervlakte van zijn percelen, die door de staatssecretaris was vastgesteld op 16.97 hectare, terwijl hij zelf een oppervlakte van 18.02 hectare had opgegeven. Na een bezwaarprocedure, waarin de staatssecretaris het bezwaar ongegrond verklaarde, heeft appellant beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 11 november 2011 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de oppervlakte van zijn percelen onjuist was vastgesteld. Het College heeft het onderzoek heropend na een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, maar uiteindelijk besloten dat de staatssecretaris de oppervlakte van de percelen correct had vastgesteld. Het College oordeelde dat de nieuwe AAN-laag, die in 2009 was geïntroduceerd, een nauwkeuriger beeld gaf van de subsidiabele oppervlaktes dan de eerder gebruikte PIPO-kaart.
Het College concludeerde dat de door de staatssecretaris vastgestelde oppervlaktes van de percelen 1 en 4 correct waren en dat de appellant geen recht had op een hogere bedrijfstoeslag. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 maart 2015.