In deze zaak heeft Denkavit Nederland B.V. beroep ingesteld tegen de beslissing van de staatssecretaris van Economische Zaken, die de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012 had vastgesteld op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Het primaire besluit, genomen op 12 februari 2013, stelde de bedrijfstoeslag vast op € 26.287,61, na een korting van € 3.817,98 vanwege een afwijking in de opgegeven oppervlakte. Het bestreden besluit, genomen op 26 juli 2013, verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, herzag het primaire besluit en stelde de bedrijfstoeslag lager vast op € 25.623,91, met een extra korting van € 4.560,37. Appellante voerde aan dat de vastgestelde percelen ten onrechte kleiner waren dan aangevraagd en dat verweerder had moeten overgaan tot een veldinspectie, gezien de discrepantie tussen de door haar aangeleverde GPS-metingen en de vastgestelde oppervlakten.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat verweerder niet verplicht was een veldinspectie uit te voeren, maar dat het in dit geval wel noodzakelijk was om de verschillen in metingen te verhelderen. De GPS-metingen van Prisma werden niet als voldoende betrouwbaar beschouwd om de oppervlaktebepaling van verweerder te weerleggen. Het College concludeerde dat appellante geen juiste gegevens had verstrekt, aangezien delen van de opgegeven oppervlakte geen landbouwgrond waren. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.