ECLI:NL:CBB:2015:447
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- S.C. Stuldreher
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Weigering taxivergunning op basis van vakbekwaamheidseisen en rol van procuratiehouder
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 31 december 2015, staat de weigering van een taxivergunning centraal. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.A.S. van Leeuwen, had een aanvraag ingediend voor een vergunning voor taxivervoer op basis van de Wet personenvervoer 2000. De minister van Infrastructuur en Milieu, als verweerder, heeft deze aanvraag op 13 november 2014 afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan de eisen van vakbekwaamheid. Dit besluit werd later, op 29 december 2014, in het bestreden besluit bevestigd, waarbij het bezwaar van de appellant ongegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 30 september 2015 werd het geschil verder toegelicht. De kern van de zaak draait om de vraag of de procuratiehouder van de appellant, [naam 2], daadwerkelijk en permanent leiding geeft aan het taxivervoer. De verweerder stelde dat de procuratiehouder niet voldeed aan de eisen van vakbekwaamheid, omdat hij niet de vereiste leiding gaf aan het vervoer. De appellant betoogde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om de meest recente procuratieovereenkomst in te dienen, maar het College oordeelde dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor het aanleveren van bewijs dat hij voldeed aan de eisen.
Het College concludeerde dat de procuratiehouder, die slechts twintig uur per week voor de appellant werkzaam was, niet voldoende betrokken was om te voldoen aan de eisen van permanente leiding. De uitspraak benadrukt dat het aan de aanvrager is om aan te tonen dat hij voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid. Uiteindelijk werd het beroep van de appellant ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.