In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de accountantskamer. De appellant, een openbaar accountant, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de accountantskamer die hem berisping had opgelegd wegens schending van de geheimhoudingsplicht en andere fundamentele beginselen van het accountantsberoep. De klacht was ingediend door [naam 2] B.V. en andere betrokken partijen, die zich beklaagden over de wijze waarop de appellant de overdrachtsbalans had opgesteld na de wijziging van de aandeelhoudersstructuur van [naam 11] B.V. De accountantskamer had geoordeeld dat de appellant niet eerlijk en onoprecht had gehandeld bij het opstellen van de overdrachtsbalans, en dat hij belangenverstrengeling had laten ontstaan door zijn rol als accountant voor zowel de verkopende als de kopende partij. Het College heeft de grieven van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de accountantskamer terecht had geoordeeld dat de appellant de op hem rustende verplichtingen niet was nagekomen. Het College heeft de maatregel van berisping bevestigd, waarbij het belang van de geheimhouding en de professionele integriteit van de accountant werd benadrukt. De uitspraak onderstreept de noodzaak voor accountants om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke informatie en om belangenconflicten te vermijden, vooral in situaties van aandeelhouderswijzigingen.