In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars winkel-bedrijvencomplex [X] I hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin werd geoordeeld dat zij artikel 11a, vierde lid, van de Tabakswet had overtreden. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had een boete van € 600,- opgelegd omdat er in het overkapte gedeelte van het winkelcentrum [X] I gerookt werd, zonder dat er een rookverbod was ingesteld. De inspectie vond plaats op 5 januari 2013, waaruit bleek dat er geen aanduidingen waren dat roken verboden was en dat er door meerdere personen werd gerookt. De rechtbank oordeelde dat het overkapte gedeelte van [X] I als een overdekt winkelcentrum moest worden aangemerkt, ondanks dat het niet volledig overdekt was. De appellante betwistte dit en voerde aan dat de term 'overdekte winkelcentra' niet zo beperkt moest worden opgevat. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellante gehouden was om een rookverbod in te stellen in het overdekte gedeelte van het winkelcentrum. De beslissing van de minister om de boete op te leggen werd daarmee bevestigd, en het hoger beroep van de appellante werd afgewezen.