In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Nederlandse Zorgautoriteit en een aantal zorgaanbieders, waaronder Stichting GGNet en Achmea. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar dat door appellanten was ingediend tegen een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit, waarin werd gesteld dat een melding van overheveling van GGZ-budgetten niet aan de vereisten voldeed. De appellanten voerden aan dat de melding wel degelijk een aanvraag was en dat de niet-ontvankelijkverklaring onterecht was. Het College oordeelde dat de melding louter feitelijke gevolgen had en geen rechtsgevolg met zich meebracht, waardoor er geen sprake was van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College concludeerde dat de Nederlandse Zorgautoriteit het bezwaar op goede gronden niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het indienen van meldingen en aanvragen in het kader van de zorgfinanciering.