Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 juli 2015 op het hoger beroep van:
[naam 1] , te [plaats 1] , appellant
(gemachtigde: mr. A.B. Maaten),
[betrokkene](betrokkene)
Procesverloop in hoger beroep
27 januari 2014, met nummer 12/1343 Wtra AK (www.tuchtrecht.nl, ECLI:NL:TACAKN:2014:11).
Grondslag van het geschil
Er is geen winstdeel teruggevorderd bij de partner, zegt [betrokkene] , omdat de winstuitkering losstaat van de omzet. Iedere partner heeft er recht op. ‘ook als hij door omstandigheden niet kon werken’. Ook de betwiste onkosten zijn niet teruggevorderd, aldus [betrokkene] , omdat je dan eindeloos in debat raakt over de vraag wat zakelijk is en privé.”
Deze klacht is behandeld ter zitting van de accountantskamer van 28 november 2011. Bij uitspraak van 5 maart 2012 (ECLI:NL:TACKN:2012:YH0245) heeft de accountantskamer de klacht ongegrond verklaard. Het door appellant daartegen ingestelde hoger beroep is ongegrond verklaard bij uitspraak van het College van 20 februari 2014, (ECLI:NL:CBB:2014:68).