Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 mei 2015 in de zaken tussen
[naam 1], te [plaats], appellant
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
[naam 2], werkzaam bij verweerder, [naam 3], toezichthouder bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), [naam 4] en [naam 5], dierenartsen bij de NVWA.
Overwegingen
16 juni 2014 aan appellant zijn verzonden. De beroepen, die zijn ingediend op 28 juli 2014, zijn derhalve tijdig ingediend.
- 29 november 2013, kenmerk HH/GWWD.2013.865 (beroep 14/646)
- 2 december 2013, kenmerk HH/GWWD.2013.970 (beroep 14/647)
- 2 december 2013, kenmerk HH/GWWD.2013.1144 (beroep 14/648).
niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren van appellant. Appellant heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om de gronden van zijn bezwaren in te dienen, terwijl hem daartoe meermalen en geruime tijd de gelegenheid is geboden.
18 april 2014 tweeënhalve week de tijd gehad om de gronden van zijn bezwaren in te dienen.