Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 mei 2015 op het hoger beroep van:
de erven van [naam 1], te [plaats],
en de staatssecretaris van Economische Zaken (hierna: de staatssecretaris)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
.GPS-coördinaten, waaruit volgens het besluit de loslocatie blijkt, ontbreken op de lijst. Een koppeling aan een Vervoersbewijs Dierlijke Mest (VDM) en vermelding van hoeveelheden mest, mestcodes en gehaltes stikstof en fosfaat ontbreken eveneens. Een bijgevoegd kaartje waarop stippen zijn geprojecteerd die, volgens het bijschrift, zijn gebaseerd op de GPS-coördinaten, geeft evenmin verduidelijking. Het kaartje (of een toelichting daarbij) vermeldt deze coördinaten zelf niet, en de koppeling met losdatum en -tijd, afnemer, hoeveelheid en soort mest en het gehalte stikstof en fosfaat ontbreekt.
Voor LP3 is voorts een anonieme verklaring van een voorbijganger opgetekend waaruit zou blijken dat [naam 4] daar mest op zou hebben laten brengen. Deze persoon wenste geen ruzie met [naam 4] en gaf daarom aan geen getuigenverklaring te willen afleggen. Naar aanleiding van deze verklaring zijn de AID-ambtenaren onderzoek gaan doen naar het perceel. Door hen werden op dit perceel hekwerken aangetroffen en paarden, die volgens hen “kennelijk” van de erven [naam 1] waren (p. 21 van rapportnummer 56521). “Gelet op de ligging van het perceel is het zeer wel mogelijk dat de in bijlage 19 vermelde 9 vrachten met losplaats LP3 gebruikt zijn op dit perceel”, aldus het rapport.