In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een accountant-mediator, die door de accountantskamer was gewaarschuwd wegens het handelen in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid. De klacht was ingediend door een klager, die zich benadeeld voelde door de wijze waarop de accountant-mediator zijn rol had vervuld tijdens een mediationtraject. De accountantskamer had vastgesteld dat de accountant-mediator onvoldoende informatie had verstrekt aan de partijen over de alimentatieberekening, waardoor zij niet goed geïnformeerd waren over de gevolgen van hun keuzes. Het College heeft de uitspraak van de accountantskamer bevestigd en geoordeeld dat de accountant-mediator niet had voldaan aan de zorgvuldigheidseisen die aan zijn rol als mediator gesteld worden. Het College concludeerde dat de accountant-mediator de autonomie van de partijen niet had gerespecteerd en het beginsel van 'informed consent' niet had nageleefd. De maatregel van waarschuwing die door de accountantskamer was opgelegd, werd door het College als passend en geboden beschouwd. Het hoger beroep van de accountant-mediator werd ongegrond verklaard.