ECLI:NL:CBB:2014:452
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.E. Doolaard
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan belanghebbendheid in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 november 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een in Duitsland gevestigde orthodontist en de Nederlandse Zorgautoriteit. De orthodontist, appellant, had beroep ingesteld tegen besluiten van de Zorgautoriteit met betrekking tot orthodontietarieven die per 1 juli 2011, 1 januari 2013 en 1 mei 2013 waren vastgesteld. De Zorgautoriteit had eerder het bezwaar van appellant tegen de tariefbeschikking van 24 mei 2011 niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar tegen de andere tariefbeschikkingen ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 1 oktober 2014 heeft appellant zijn belang bij de bestreden besluiten toegelicht. Hij stelde dat hij in de periode 2011 tot en met 2013 ingeschreven stond in het BIG-register en dat hij overweegt zich in de toekomst in Nederland te vestigen als orthodontist. Hij betoogde dat de tarieven in de tariefbeschikkingen een belemmering vormen voor zijn vestiging en dat hij daarom een doorlopend belang heeft bij de besluiten.
Het College heeft echter overwogen dat appellant niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College stelde vast dat appellant geen concrete stappen heeft ondernomen om zich in Nederland te vestigen en dat zijn voornemen om dat te doen onvoldoende is om te spreken van een actueel en concreet belang. Daarom heeft het College de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.