ECLI:NL:CBB:2014:372
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- R.R. Winter
- C.J. Waterbolk
- J. Borgesius
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor het vervoeren van een niet geschikt rund
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een bestuurlijke boete die aan appellant was opgelegd door de Staatssecretaris van Economische Zaken. De boete van € 1.500 was opgelegd wegens het vervoeren van een rund dat niet geschikt was voor transport, in strijd met de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Regeling dierenvervoer 2007. De appellant had op 11 april 2013 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep ongegrond had verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat de staatssecretaris op basis van een diergeneeskundige verklaring had kunnen concluderen dat het rund niet in staat was om pijnloos te bewegen en dat het transport extra lijden had veroorzaakt.
De appellant betwistte de juistheid van de diergeneeskundige verklaring en stelde dat er onvoldoende bewijs was dat het rund al ziek was voordat het transport begon. Het College oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de verklaring van de toezichthoudend dierenarts zwaar weegt en dat de constateringen voldoende onderbouwd waren. De appellant had geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de juistheid van de verklaring in twijfel trokken. Het College bevestigde dat de staatssecretaris bevoegd was om de boete op te leggen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en onderstreept het belang van de diergeneeskundige verklaring in gevallen van dierenwelzijn en transport. Het College concludeert dat de appellant de overtredingen heeft begaan zoals ten laste gelegd en dat de opgelegde boete rechtmatig is.