Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 19 september 2014 in de zaak tussen [naam 1], te [plaats], appellant
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
(C-592/11) heeft verkregen.
[naam 4] in de VOF [naam 2] de eigendom van alle roerende zaken, het economisch belang van de veldinventaris en de vorderingsrechten, het kasgeld, de eventueel aanwezige goodwill en de overige vermogensrechten inbrengt, voor zover de inbreng daarvan niet op andere wijze plaatsvindt. [naam 3] (sr) en [naam 4] brengen in het gebruik en genot van de hen in volle eigendom toebehorende onroerende zaken te [plaats], het gebruik en genot van de op de naam van [naam 3] (sr) geregistreerde pachtrechten en erfpachtrechten, alsmede het economisch belang van de hen toebehorende mestproductierechten en referentiehoeveelheid melk. Daarnaast brengt appellant zijn kennis, zakelijke relaties, alsmede zijn volle arbeid en vlijt in.
4.4 Uit artikel 9 van de vennootschapsovereenkomst blijkt verder dat het jaarlijkse bedrijfsresultaat ongeacht of dit positief of negatief is, als volgt wordt verdeeld: [naam 3] (sr) en [naam 4] ontvangen of dragen ieder 25 % en appellant ontvangt of draagt
50 %. Uit de aanvulling van de vennootschapsovereenkomst van 27 september 2010 naar aanleiding van de toetreding van [naam 3] (jr) tot de VOF [naam 2] blijkt dat appellant ingaande 1 januari 2010 25 % van het resultaat krijgt of draagt, [naam 3] (sr)
31 %, [naam 4] 19 % en [naam 3] (jr) 25 %.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder een nieuw besluit op bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 974,-;
- bepaalt dat verweerder het door appellant betaalde griffierecht ad € 160,- vergoedt.
mr. E. Dijt, in aanwezigheid van mr. E. van Kerkhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 september 2014.