Uitspraak
Stichting Autoriteit Financiële Markten, te Amsterdam (AFM),
1.Het procesverloop in hoger beroep
2.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
24 augustus 2011 heeft AFM ten aanzien van de openbaarmaking overwogen dat na het definitief worden van dit besluit aan haar eerdere beslissing tot publicatie van de boete uitvoering zal worden gegeven.
Ten aanzien van de beslissing tot openbaarmaking van de boete onderschrijft het College het betoog van AFM dat de rechtbank het niet heeft kunnen laten bij het na het vernietigen van het bestreden besluit van 24 augustus 2011 (in de aangevallen uitspraak aangeduid als besluit 2) herroepen van het boetebesluit en in de plaats daarvan bepalen van de boete op een bedrag van € 50.000. Gezien het feit dat de constatering van de overtreding van artikel 8.8 Whc in verbinding met artikel 6:139c, eerste lid, aanhef en onder b, BW in beroep in stand is gebleven, is het College van oordeel dat de rechtbank AFM had moeten opdragen ten aanzien van de beslissing tot openbaarmaking van de last onder dwangsom en de boete een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen dan wel had zij omtrent de openbaarmaking zelf in de zaak moeten voorzien.
De conclusie uit het voorgaande is dat de aangevallen uitspraak, voor zover in onderhavig hoger beroep bestreden, geen stand kan houden.
3.De beslissing
- de bestreden besluiten van 17 maart 2011 en 24 augustus 2011, voor zover het de beslissing tot openbaar maken van de beschikkingen omtrent het opleggen van een last onder dwangsom en een boete betreft, te herstellen op de wijze zoals aangegeven in overweging 2.6 van deze uitspraak, en
- bedoelde besluiten aan het College toe te zenden.