ECLI:NL:CBB:2014:232
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing nachtwinkel wegens aantreffen sterke drank in avondwinkel
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 juni 2014 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellant, eigenaar van een avondwinkel, en de burgemeester en wethouders van Enschede. De appellant had op 6 augustus 2012 een verzoek ingediend om zijn winkel, naast de reguliere openingstijden, ook elke werkdag van 24.00 tot 03.00 uur te mogen openen als nachtwinkel. Dit verzoek werd door de gemeente afgewezen op basis van de Winkeltijdenverordening Enschede 2011, omdat er sterke drank in de winkel werd aangetroffen, wat in strijd is met de voorwaarden voor het verkrijgen van een ontheffing voor een nachtwinkel.
De appellant voerde aan dat de controle op 13 december 2012 niet correct was uitgevoerd, omdat de sterke drank niet voor verkoop was bestemd en de ambtenaar die de controle uitvoerde geen toezichthouder was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het College oordeelde echter dat de ambtenaar wel degelijk als toezichthouder kon worden aangemerkt en dat de aangetroffen sterke drank, die in de opslagruimte en onder de kassa was gevonden, niet geloofwaardig kon worden verklaard als niet-bestemd voor verkoop.
Het College concludeerde dat de burgemeester en wethouders op basis van de aangetroffen sterke drank terecht de ontheffing hadden geweigerd. De regelgeving omtrent de Winkeltijdenwet heeft betrekking op openingstijden en niet op de producten die verkocht worden, maar de aanwezigheid van sterke drank in de winkel was voldoende reden voor de gemeente om handhavend op te treden. Het College verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.