Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2014 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [vestigingsplaats], appellante
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
7 november 2012 een onderzoek gehouden op het bedrijf van appellante. Omdat appellante toen heeft verzocht om de controle verder te laten plaatsvinden in het bijzijn van haar gemachtigde is de controle op een ander tijdstip voortgezet. Op 23 november 2012 hebben de controleurs geconstateerd dat appellante op haar bedrijfslocaties [plaats 1] en [plaats 2] slechts de registratie van het diergeneesmiddelengebruik tot één jaar terug kon tonen, appellante kon de registratie van langer dan één jaar geleden niet laten zien. Op 7 december 2012 hebben de controleurs het bedrijf van appellante opnieuw bezocht in het kader van de controle. Ook toen kon appellante slechts de registratie van één jaar terug tonen.
te verlagen tot 1 % of te verhogen tot 5 % of om in het geheel geen verlagingen op te leggen. Appellante heeft blijkbaar met het oog op evengenoemd voorschrift aangevoerd dat veeleer een korting van 1 % in de rede ligt dan de nu opgelegde korting van 3 %. Naar het oordeel van het College blijkt uit het controleverslag niet van redenen om het kortingspercentage te verlagen, terwijl appellante geen concrete argumenten heeft aangedragen waarom verweerder in afwijking het percentage van 3 % had moeten volstaan met een verlaging van 1 %.