ECLI:NL:CBB:2013:CA1056
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- M. van Duuren
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Tariefregulering en x-factor vaststelling voor regionale netbeheerders gas in het kader van CBL-overeenkomsten
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 23 april 2013, worden de beroepen van Stedin Netbeheer B.V. en de Vereniging FME-CWM tegen besluiten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) behandeld. De zaak betreft de vaststelling van de x-factor, de kwaliteitsterm en het rekenvolume voor de vierde reguleringsperiode gas, die loopt van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013. Stedin had bezwaar gemaakt tegen het besluit van ACM van 14 september 2010, waarin de x-factor werd vastgesteld, en het daaropvolgende besluit van 1 september 2011, waarin ACM de bezwaren ongegrond verklaarde.
De kern van het geschil draait om de vraag of ACM terecht kosten die Stedin heeft gemaakt in verband met Cross Border Lease (CBL) overeenkomsten buiten beschouwing heeft gelaten bij de vaststelling van de x-factor. Stedin betoogde dat deze kosten, die voortvloeien uit de kredietcrisis en de afkoop van een CBL-overeenkomst, niet onder het doorberekeningsverbod vallen zoals vastgelegd in artikel IXa van de Wet van 23 november 2006. ACM daarentegen stelde dat het verbod op doorberekening van CBL-kosten wel degelijk van toepassing is op de door Stedin opgevoerde kosten.
Het College oordeelde dat de door Stedin opgevoerde kosten in de jaren 2008 en 2009 inderdaad onder het doorberekeningsverbod vallen. Het College volgde Stedin niet in haar betoog dat het verbod zich beperkt tot kosten die na 20 maart 2006 zijn gemaakt. De tekst en de parlementaire geschiedenis van de wet bieden geen aanknopingspunten voor deze uitleg. Het College verklaarde de beroepen van Stedin en FME ongegrond, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 april 2013.