ECLI:NL:CBB:2013:CA0790
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding bezwaar tegen besluit bedrijfstoeslag 2010
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, gaat het om de termijnoverschrijding van een bezwaar tegen de afwijzing van de bedrijfstoeslag voor het jaar 2010. Appellante, A, heeft in eerste instantie een besluit van 5 juli 2011 ontvangen waarin haar bedrijfstoeslag werd vastgesteld op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. A stelt dat zij dit besluit nooit heeft ontvangen, waardoor de termijn voor het indienen van bezwaar niet zou zijn aangevangen. De zitting vond plaats op 8 maart 2013, waarbij A niet verscheen, maar de gemachtigde van verweerder wel aanwezig was.
Het College overweegt dat de termijn voor het indienen van bezwaar begint op het moment dat een besluit bekend is gemaakt. Bekendmaking kan onder andere plaatsvinden door toezending aan de geadresseerde. Het College concludeert dat verweerder het besluit niet aangetekend heeft verzonden, maar dat de toezending voldoende aannemelijk is gemaakt door de verzendadministratie van verweerder. De termijn voor het indienen van bezwaar is vastgesteld op 6 juli 2011 tot 16 augustus 2011, en A heeft deze termijn overschreden.
Het College oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. A was op de hoogte van de afwijzing van haar aanvraag voor de bedrijfstoeslag, gezien eerdere correspondentie van verweerder. A had moeten begrijpen dat zij, gezien de omstandigheden, tijdig bezwaar had moeten maken. Het College verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stam, in aanwezigheid van griffier mr. E. van Kerkhoven, op 19 april 2013.