ECLI:NL:CBB:2013:BZ4418
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- C.M. Leliveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bedrijfstoeslag na dubbelclaim op landbouwpercelen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 februari 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant, een landbouwer, en de Staatssecretaris van Economische Zaken. Appellant had in 2011 een aanvraag ingediend voor bedrijfstoeslag voor zes percelen landbouwgrond, maar kwam in de problemen door een dubbelclaim op twee van deze percelen. De Staatssecretaris had de aanvraag van appellant voor de bedrijfstoeslag vastgesteld op € 0,- omdat 1.87 ha van de opgegeven oppervlakte bij een ander in gebruik was. Appellant voerde aan dat hij niet verantwoordelijk was voor de dubbelclaim, aangezien deze het gevolg was van onachtzaamheden van de verhuurder. Hij stelde dat hij geen steun kon krijgen voor de overige percelen, omdat de dubbelclaim niet aan zijn schuld te wijten was.
Het College overwoog dat appellant verantwoordelijk was voor de juistheid van zijn Gecombineerde opgave en dat hij had moeten verifiëren of de percelen tot zijn beschikking stonden. Het College concludeerde dat de intrekking van de aanvraag niet kon worden aangemerkt als een onjuiste opgave, omdat appellant zelf verantwoordelijk was voor de opgave. De omstandigheid dat appellant niet tijdig een formulier had ontvangen om zijn verklaring te geven, werd als een onzorgvuldigheid beschouwd, maar het College oordeelde dat dit niet leidde tot een andere besluitvorming. De uitspraak eindigde met de beslissing dat het beroep van appellant ongegrond werd verklaard, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.