ECLI:NL:CBB:2013:BZ2915
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bedrijfstoeslag 2011 na weigering controle ter plaatse
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 januari 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen A, een melkveehouder, en de staatssecretaris van Economische Zaken. A had een aanvraag voor bedrijfstoeslag 2011 ingediend, welke door de staatssecretaris was afgewezen op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De afwijzing was het gevolg van de weigering van A om een controle ter plaatse toe te laten op 22 april 2011. De staatssecretaris stelde dat A zijn verplichtingen niet was nagekomen, waaronder de verplichting om runderen correct te identificeren en te registreren. A voerde aan dat hij de controle niet had verhinderd, maar dat hij op dat moment met zijn aannemer bezig was met betonstorten, wat de veiligheid van de controleurs in gevaar zou hebben gebracht.
Het College oordeelde dat A de controle daadwerkelijk had verhinderd, ongeacht zijn argumenten over de omstandigheden. Het College wees erop dat de toezichthouders van de Algemene Inspectiedienst (AID) het bedrijf van A hadden verlaten zonder de controle uit te voeren, en dat A niet had aangetoond dat het onmogelijk was om de controle op een veilige manier te laten plaatsvinden. De stelling van A dat de controleurs niet in staat waren om de controle verantwoord uit te voeren, werd door het College verworpen.
Het College concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag voor bedrijfstoeslag op juiste gronden was gedaan, en dat er geen ruimte was voor matiging van de beslissing, zoals voorgeschreven in de relevante Europese verordening. Het beroep van A werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.