ECLI:NL:CBB:2013:337
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve doorhaling registratie onderneming in handelsregister
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een vertaal- en tolkenbureau, en de Kamer van Koophandel Midden-Nederland. De zaak betreft de ambtshalve doorhaling van de registratie van de onderneming van appellante in het handelsregister. Dit besluit werd genomen na een melding van de Belastingdienst dat de onderneming van appellante niet meer als actief werd beschouwd. Appellante werd in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van haar actieve status, maar heeft nagelaten dit te doen. Het bestreden besluit van de Kamer van Koophandel, waarin het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard, leidde tot beroep bij het College.
Tijdens de zitting op 2 december 2013 was appellante niet aanwezig, maar de Kamer van Koophandel werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Het College heeft vastgesteld dat appellante geen bewijs heeft overgelegd dat haar onderneming nog actief is, ondanks de gelegenheid die zij had gekregen. Het College concludeert dat er geen sprake is van voldoende activiteiten of omzet, en dat de Kamer van Koophandel terecht tot ambtshalve uitschrijving is overgegaan.
Daarnaast heeft het College opgemerkt dat de veronderstelling van appellante dat haar inschrijving in het handelsregister noodzakelijk is voor haar werkzaamheden als tolk, berust op een misvatting. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 december 2013.