ECLI:NL:CBB:2013:301
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Prejudicieel verzoek
- E.R. Eggeraat
- H.O. Kerkmeester
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Prejudiciële vragen over de toepassing van de Antonveneta-Richtlijn met betrekking tot voorwaarden aan verklaringen van geen bezwaar voor kredietverzekeraars
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 december 2013 uitspraak gedaan over prejudiciële vragen met betrekking tot de toepassing van de Antonveneta-Richtlijn (Richtlijn 2007/44/EG). De zaak betreft de verklaringen van geen bezwaar die De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) heeft verleend aan een aantal appellanten voor het verwerven van gekwalificeerde deelnemingen in Atradius Credit Insurance N.V. (ACINV). DNB had aan deze verklaringen voorwaarden verbonden, die door de appellanten werden betwist. De appellanten, bestaande uit verschillende Spaanse en Nederlandse vennootschappen, stelden dat DNB geen bevoegdheid had om deze voorwaarden te verbinden, omdat de Antonveneta-Richtlijn maximale harmonisatie beoogt en geen ruimte laat voor aanvullende nationale voorschriften.
De rechtbank Rotterdam had eerder de besluiten van DNB vernietigd, maar DNB ging in hoger beroep. Het College heeft de zaak vervolgens heropend en besloten om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De vragen betreffen de bevoegdheid van nationale autoriteiten om aan instemming met een voorgenomen verwerving voorwaarden te verbinden en de noodzaak van deze voorwaarden in relatie tot de criteria van de Antonveneta-Richtlijn.
Het College heeft de procedure geschorst in afwachting van de prejudiciële beslissing van het Hof. De uitspraak van het College benadrukt de complexiteit van de interactie tussen nationale wetgeving en Europese richtlijnen, vooral in het kader van financiële toezicht en de vereisten voor prudentiële beoordeling van deelnemingen.