In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars [A] beroep ingesteld tegen een besluit van de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland, waarin het bezwaar van appellante tegen bijdragen over de jaren 2009 en 2010 niet-ontvankelijk werd verklaard. De procedure begon met een brief van appellante op 27 maart 2011, waarin zij bezwaar maakte tegen de besluiten van 31 december 2010, waarin bijdragen in rekening waren gebracht. De Kamer van Koophandel stelde dat appellante niet tijdig bezwaar had gemaakt, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het bezwaar wel degelijk binnen de termijn was ingediend.
Het College heeft vastgesteld dat de Handelsregisterwet 2007 op 1 juli 2008 in werking is getreden en dat verenigingen van eigenaars sindsdien verplicht zijn om zich in te schrijven in het handelsregister. De appellante had op 4 januari 2011 een opgave gedaan tot inschrijving, maar de bijdragen over 2009 en 2010 waren al eerder in rekening gebracht. Het College oordeelde dat de verplichting tot inschrijving niet afhankelijk is van de actieve status van de vereniging, maar dat de bijdrage verschuldigd is voor ieder kalenderjaar waarin de vereniging in Nederland is gevestigd.
Uiteindelijk heeft het College het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. De Kamer van Koophandel werd veroordeeld in de proceskosten van appellante en moest het betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van rechtspersonen onder de Handelsregisterwet en de consequenties van het niet tijdig inschrijven.