ECLI:NL:CBB:2013:237
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaarschrift inzake perceelsoppervlakte en GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant, een agrariër, en de staatssecretaris van Economische Zaken. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een brief van de Dienst Regelingen van 13 december 2012, waarin de oppervlakte van zijn percelen voor het jaar 2011 werd vermeld. De staatssecretaris verklaarde het bezwaarschrift van appellant niet-ontvankelijk, omdat de brief volgens hem geen besluit was in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant stelde dat de brief wel degelijk rechtsgevolgen had, omdat deze invloed had op de vaststelling van zijn bedrijfstoeslag en op mogelijke sancties onder de Meststoffenwet.
Tijdens de zitting op 3 oktober 2013 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door twee gemachtigden. Het College overwoog dat de brief van de staatssecretaris geen rechtsgevolgen met zich meebracht, omdat de bedrijfstoeslag voor 2011 al volledig was uitgekeerd en de brief enkel een registratie van de percelen betrof. Het College concludeerde dat de brief geen besluit was en dat appellant in de toekomst de mogelijkheid had om bezwaar te maken tegen eventuele besluiten die wel rechtsgevolgen zouden hebben.
Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 november 2013 door mr. S.C. Stuldreher, in aanwezigheid van griffier mr. J. van Santvoort.