ECLI:NL:CBB:2013:207
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- R.C. Stam
- E. van Kerkhoven
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake GLB-inkomenssteun en kennelijke fout in aanvraag
Op 15 oktober 2013 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen de maatschap [A] en de Staatssecretaris van Economische Zaken. De appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde en [C], had beroep aangetekend tegen een besluit van 10 januari 2013, waarbij het bezwaar tegen een eerder besluit van 8 december 2012 ongegrond was verklaard. Dit eerdere besluit betrof de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012 op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.
De appellante had bij haar aanvraag om uitbetaling van de toeslagrechten een fout gemaakt door slechts perceel 4 op te geven, terwijl zij meende dat ook haar overige percelen, die zij in voorgaande jaren had opgegeven, in aanmerking moesten komen voor de toeslag. Tijdens de zitting heeft de voorzitter de beslissing en de gronden van de beslissing aan de partijen medegedeeld. De appellante verzocht verweerder om coulance, maar het College heeft dit verzoek afgewezen.
Het College heeft het betoog van appellante opgevat als een beroep op een kennelijke fout in de zin van artikel 21 van Verordening (EG) nr. 1122/2009. Echter, het College oordeelde dat van een kennelijke fout geen sprake was, omdat verweerder bij een summier onderzoek niet had kunnen vaststellen dat de aanvraag niet een goede weergave was van hetgeen de aanvrager beoogde. De ingediende aanvraag vermeldde enkel perceel 4, en verweerder kon hieruit niet afleiden dat de appellante ook andere percelen had willen aanvragen. Daarom is het College tot de conclusie gekomen dat de percelen niet alsnog konden worden toegevoegd aan de aanvraag, en heeft het beroep ongegrond verklaard.