ECLI:NL:CBB:2013:167

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 september 2013
Publicatiedatum
4 oktober 2013
Zaaknummer
AWB 13/655
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van chauffeurskaart en verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 september 2013 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een persoon met een chauffeurskaart, heeft bezwaar gemaakt tegen de intrekking van deze kaart door de Minister van Infrastructuur en Milieu, die met ingang van 29 augustus 2013 van kracht zou zijn. De intrekking volgde op een besluit van 26 augustus 2013, waartegen verzoekster bezwaar heeft aangetekend. In haar verzoek om voorlopige voorziening heeft verzoekster de voorzieningenrechter gevraagd om het primaire besluit te schorsen totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen.

De voorzieningenrechter heeft op 17 september 2013 de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen reden meer is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van verzoekster. Dit leidde tot de beslissing om het primaire besluit te schorsen, waardoor verzoekster weer gebruik kan maken van haar chauffeurskaart. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de Minister van Infrastructuur en Milieu de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 472,-, dient te vergoeden. Daarnaast is de Minister opgedragen het betaalde griffierecht van € 160,- aan verzoekster te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de voorzieningenrechter heeft de beslissing in aanwezigheid van de griffier genomen.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 13/655
14914
uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 september 2013 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[A], te [woonplaats], verzoekster

(gemachtigde: mr. C.M.G.M. Raafs),
en

de Minister van Infrastructuur en Milieu, verweerder

(gemachtigde: mr. S.B.J. Teuwen).

Procesverloop

Bij besluit van 26 augustus 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder de aan verzoekster verstrekte chauffeurskaart met ingang van 29 augustus 2013 ingetrokken.
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 13 september 2013 heeft verweerder gereageerd op het ingediende verzoek.

Overwegingen

1.
Gelet op het navolgende ziet de voorzieningenrechter aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
2.
Verweerder heeft zich in de brief van 13 september 2013 op het standpunt gesteld dat er op dit moment geen reden meer is te twijfelen aan de betrouwbaarheid van verzoekster en verzocht het primaire besluit te schorsen totdat op het bezwaar is beslist. Gelet hierop zal de voorzieningenrechter het verzoek – als zijnde kennelijk gegrond – toewijzen en het primaire besluit schorsen totdat op het bezwaar is beslist. Dit betekent dat verzoekster thans weer van haar chauffeurskaart gebruik kan maken.
3.
De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten, die worden vastgesteld op € 472,-.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • schorst het primaire besluit van 26 augustus 2013 totdat op het bezwaar is beslist;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 160,- aan verzoekster te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 472,-, te betalen aan
verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Dijt, in aanwezigheid van mr. P.H. Broier, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 september 2013.
w.g. E. Dijt w.g. P.H. Broier