Uitspraak
16 december 2011, met nummer 11/891 Wtra AK.
1.Het procesverloop in hoger beroep
Appellant is in persoon verschenen. Klagers en hun gemachtigde mr. G.H. Hermanides, advocaat te Eindhoven, zijn, zoals van tevoren bericht, niet verschenen.
2.De uitspraak van de accountantskamer
3.De beoordeling van het hoger beroep
27 januari 2010 (welke datum op de gedeponeerde jaarrekening is vermeld) en het ervoor moet worden gehouden dat zulks niet is geschied. Voorts staat volgens de accountantskamer vast dat appellant ten tijde van het deponeren van die jaarrekening geen bestuurder (meer) was van Accountantskantoor [A] B.V. Nu zowel het een als het ander in de publicatiestukken werd vermeld, heeft appellant volgens de accountantskamer bij de Kamer van Koophandel onjuiste stukken gedeponeerd. De accountantskamer acht dit in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel A-100.4, onder c, nader uitgewerkt in hoofdstuk A-130 van de Verordening Gedragscode AA’s (hierna: VGC).
4.De beslissing
- verklaart het hoger beroep van appellant gegrond, voor zover gericht tegen het bij de bestreden uitspraak gegrond verklaren van klachtonderdeel 3;
- vernietigt de bestreden uitspraak in zoverre en verklaart klachtonderdeel 3 ongegrond;
- verklaart het hoger beroep voor het overige ongegrond.