Uitspraak
Productschap Vee en Vlees, verweerder,
1.De procedure
2.De aanleiding van het geschil
3.Algemeen rechtskader
4.Beoordeling van het geschil
Voor het geval het College geen volledige vergoeding zou toewijzen, geeft zij het College in overweging dienaangaande vragen aan het HvJ te stellen. Het College oordeelt onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2005 (ECLI:NL:HR:2005:AU3929), dat het enkele feit dat de vergoeding van proceskosten, waarop ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht aanspraak kan worden gemaakt, de werkelijke gemaakte kosten slechts voor een deel dekt, niet voldoende is om te concluderen dat aan het gemeenschapsrecht aanspraak op een hogere vergoeding kan worden ontleend. Bijkomende omstandigheden kunnen tot een andere conclusie nopen. Waar die onderbouwd zijn aangevoerd, biedt het derde lid van artikel 2 van genoemd besluit de mogelijkheid die te verstrekken. Van zulke bijkomende omstandigheden die hier tot een andere conclusie leiden is op basis van hetgeen in deze procedure is vastgesteld geen sprake. Het Besluit proceskosten bestuursrecht leidt in dit geval tot een vergoeding voor een beroepschrift, voor het bijwonen van een zitting, een schriftelijke inlichting en een nadere zitting (drie punten) voor een zware zaak ( x 1,5) tegen een tarief van € 472,-- is € 2.124,-. Naar het oordeel van het College gaat het hier niet om een uitkomst die tot afwijking van het standaardtarief zou nopen.