ECLI:NL:CBB:2012:BZ2661

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
20 november 2012
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/952
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag duurzame warmte-installaties en strijd met gelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarin zijn subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie werd afgewezen. De aanvraag was gedaan voor een zonneboiler, maar werd afgewezen omdat deze na de deadline van 17 februari 2011 was ingediend. Appellant had zijn aanvraag op 7 mei 2011 ingediend, terwijl de communicatie over de subsidiemogelijkheden op de website van Agentschap NL was aangepast, waardoor het voor potentiële aanvragers onduidelijk was of er nog budget beschikbaar zou zijn voor 2011.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft in zijn uitspraak op 20 november 2012 geoordeeld dat de afwijzing van de subsidieaanvraag terecht was. De Wijzigingsregeling, die van toepassing was op aanvragen die uiterlijk 17 februari 2011 moesten zijn ingediend, was niet van toepassing op de aanvraag van appellant. Het College oordeelde dat de communicatie van verweerder over de subsidiemogelijkheden niet voldoende was om appellant het gerechtvaardigd vertrouwen te geven dat zijn aanvraag gehonoreerd zou worden. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie door de overheid en de gevolgen van wijzigingen in subsidieregelingen voor aanvragers.

De uitspraak concludeert dat het beroep van appellant kennelijk ongegrond is, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Appellant kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak gemotiveerd verzet doen bij het College.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
(tweede enkelvoudige kamer)
AWB 11/952 20 november 2012
27308 Kaderwet EZ-subsidies - Subsidieregeling duurzame warmte voor bestaande woningen
Uitspraak in de zaak van:
A, te B, appellant,
tegen
de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, verweerder,
gemachtigde: mr. J. Weda, werkzaam bij Agentschap NL.
1. De procedure
Appellant heeft bij brief van 1 november 2011, bij het College binnengekomen op 3 november 2011, beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 22 september 2011.
Bij dit besluit heeft verweerder de bezwaren van appellant tegen het besluit van 13 juli 2011 waarbij verweerder de subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie (hierna: Subsidieregeling) heeft afgewezen, ongegrond verklaard.
Bij brief van 29 november 2011 heeft verweerder een verweerschrift ingediend en op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd.
Bij brief van 20 oktober 2012 heeft appellant het College nadere informatie verstrekt.
Bij brief van 6 november 2012 heeft verweerder hierop gereageerd.
2. De grondslag van het geschil
2.1 Voor een beschrijving van het wettelijk kader verwijst het College naar rubriek 2.1 van de uitspraak van het College van 27 september 2012 (AWB 11/752, www.rechtspraak.nl, LJN BX8799).
2.2 Op grond van de stukken zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het College komen vast te staan.
- Tot en met 17 februari 2011 heeft op de website van Agentschap NL de volgende tekst gestaan:
" Voor 2011 is het budget voor de regeling nog niet beschikbaar gesteld. De publicatie voor de openstelling verwachten we medio februari. Tot die tijd neemt Agentschap NL wel aanvragen in behandeling, maar zal geen subsidie verlenen. Na publicatie zal voor alle categorieën (zonneboilers, warmtepompen, lucht/waterwarmtepompen en micro-wkk's) weer voldoende budget beschikbaar zijn. U kunt gewoon uw aanvraag indienen.
Verzoeken tot uitbetaling worden wel behandeld.
Subsidie-informatie
De regeling DW loopt in principe door t/m 2011 en u kunt t/m december 2011 uw subsidieaanvraag indienen. Het totale budget bedraagt € 60 miljoen. Per jaar worden budgetten vrijgegeven. Het vrijgegeven budget t/m 2010 is € 40 miljoen. Dit is onderverdeeld in de volgende categorieën:
• 32 miljoen euro voor zonneboilers en warmtepompen;
• 4 miljoen euro voor lucht/water- warmtepompen;
• 4 miljoen euro voor micro-wkk."
- Op 17 februari 2011 heeft verweerder de eerste alinea van bovenstaande tekst op de website van Agentschap NL gewijzigd. Deze alinea luidde van 17 februari 2011 tot 29 maart 2011:
" Voor 2011 is het budget voor de regeling nog niet beschikbaar gesteld. De publicatie voor de openstelling verwachten we binnenkort. Tot die tijd neemt Agentschap NL wel aanvragen in behandeling, maar zal geen subsidie verlenen. Na publicatie zal bekend zijn voor welke categorieën (zonneboilers, warmtepompen, lucht/water-warmtepompen en micro-wkk's) budget beschikbaar is. U kunt vooruitlopend op de publicatie uw aanvraag indienen. Verzoeken tot uitbetaling worden wel behandeld."
- Vanaf 29 maart 2011 heeft op de website van Agentschap NL de volgende tekst gestaan:
" Voor 2011 is het budget voor de regeling nog niet beschikbaar. Agentschap NL neemt wel aanvragen in behandeling, maar verleent nog geen subsidie. Op het moment dat de overheid het budget publiceert dan is ook bekend voor welke categorieën (zonneboilers, warmtepompen, lucht/water-warmtepompen en micro-wkk's) dit budget beschikbaar is.
Als er een publicatie komt kunt u hierop vooruitlopend wel een aanvraag indienen, maar dit geeft geen garantie op subsidie. Wilt u zekerheid over de subsidie dan adviseren we u op dit moment te wachten met investeren in de duurzame warmte maatregel totdat u een subsidieverlening heeft ontvangen.
Verzoeken tot uitbetaling op reeds toegekende subsidieaanvragen worden wel behandeld.
Subsidie-informatie
De regeling DW loopt in principe door t/m eind 2011. Per jaar worden budgetten vrijgegeven. Het vrijgegeven budget t/m 2010 is € 40 miljoen.
Dit is onderverdeeld in de volgende categorieën:
• 32 miljoen euro voor zonneboilers en warmtepompen;
• 4 miljoen euro voor lucht/water- warmtepompen;
• 4 miljoen euro voor micro-wkk.
(...)
Het overgebleven budget van € 965.500 is niet beschikbaar voor aanvragen na 1 januari 2011."
- Met een aanvraagformulier, ondertekend op 7 mei 2011 en door verweerder ontvangen op dezelfde datum, heeft appellant subsidie op grond van de Subsidieregeling aangevraagd voor een zonneboiler met een collectoroppervlak kleiner dan 6,0 m2. De aangevraagde subsidie bedraagt € 760,--.
- Verweerder heeft bij brief van 4 juli 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn beslissing ten aanzien van de subsidiëring van duurzame warmte-installaties voor bestaande woningen in 2011. In deze brief merkt verweerder op:
" Ik heb geconstateerd dat de communicatie over de subsidiëring tot en met 17 februari 2011 bij potentiële investeerders de verwachting heeft kunnen wekken dat subsidie zou worden verstrekt. Een aantal woningeigenaren heeft mogelijk naar aanleiding van de berichtgeving die tot en met 17 februari 2011 op de website van Agentschap NL heeft gestaan een installatie aangeschaft en subsidie aangevraagd, in het vertrouwen dat subsidie zou worden verstrekt. Omdat ik hecht aan een betrouwbare overheid wil ik aan deze groep aanvragers wel subsidie verlenen en daartoe een subsidieplafond vaststellen. Als aantoonbaar wordt gemaakt dat uiterlijk 17 februari 2011 onomkeerbare verplichtingen jegens derden zijn aangegaan, zal ik alsnog de subsidie toekennen.
Na 17 februari 2011 is de berichtgeving aangepast. Vanaf dat moment werd gecommuniceerd dat er rekening mee moet worden gehouden [dat] geen budget voor 2011 beschikbaar zou worden gesteld en dat er geen garanties konden worden gegeven dat subsidie zou kunnen worden verleend. Potentiële investeerders na deze datum hebben kennis kunnen nemen van dit bericht en het handelen daarop kunnen aanpassen."
- Op 8 juli 2011 heeft verweerder de Wijzigingsregeling gepubliceerd.
- Bij besluit van 13 juli 2011 heeft verweerder de subsidieaanvraag van appellant afgewezen omdat hij zijn subsidieaanvraag na 17 februari 2011 heeft ingediend.
- Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 21 augustus 2011 bezwaar gemaakt.
- Vervolgens heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
- Bij brief van 11 oktober 2012 heeft het College appellant verzocht om aan te geven wanneer hij de verplichting voor een zonneboiler is aangegaan, bijvoorbeeld met een gedateerde en ondertekende schriftelijke opdrachtbevestiging.
- Bij brief van 20 oktober 2012 heeft appellant aangegeven dat hij eind maart 2011 opdracht heeft verleend voor de aanschaf en plaatsing van een zonneboiler.
- Hierop heeft verweerder bij brief van 6 november 2012 desverzocht gereageerd.
3. Het bestreden besluit en het nadere standpunt van verweerder
Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar tegen het besluit om de subsidieaanvraag van appellant af te wijzen, ongegrond verklaard. Verweerder heeft dat besluit gebaseerd op de volgende overwegingen.
Uit de publicatie van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 (hierna: Regeling) op 27 december 2010 blijkt dat de Subsidieregeling niet is opengesteld. De subsidieverstrekking voor duurzame warmtemaatregelen is in september 2008 van start gegaan met als doel de markt voor duurzame warmte-installaties voor 2011 op gang te brengen, zodat na 2011 geen subsidies meer nodig zouden zijn voor markttoepassing van deze technieken. De noodzakelijke en door de sector voorgespiegelde kostenreducties door leereffecten en schaalvoordelen zijn echter vrijwel uitgebleven. De Subsidieregeling is daarom niet opengesteld voor het jaar 2011.
De Wijzigingsregeling waarbij de Regeling is gewijzigd, is alleen van toepassing op aanvragen die uiterlijk 17 februari 2011 zijn ingediend en waarbij de aanvrager uiterlijk op die datum een technische voorziening heeft aangeschaft waarmee hij een duurzame warmtemaatregel uitvoert. In de toelichting bij de Wijzigingsregeling is onder meer aangegeven dat de communicatie over de subsidiemogelijkheden voor duurzame warmtemaatregelen bij potentiële investeerders de verwachting heeft kunnen wekken dat in 2011 subsidie voor het uitvoeren van een duurzame warmtemaatregel verstrekt zal worden. Eigenaren van woningen hebben mogelijk, naar aanleiding van de berichtgeving op de website van Agentschap NL, een installatie aangeschaft en daarvoor (prematuur) subsidie aangevraagd. Vanaf 18 februari 2011 is de communicatie gewijzigd en was het voor potentiële aanvragers duidelijk dat in 2011 mogelijk geen subsidie voor duurzame warmtemaatregelen zou worden verstrekt. Om de gewekte verwachtingen gestand te doen, is voor de subsidieparagraaf duurzame warmte voor bestaande woningen alsnog een subsidieplafond vastgesteld om aan degenen die uiterlijk 17 februari 2011 een aanvraag hebben ingediend, subsidie te kunnen verstrekken.
Verweerder heeft de aanvraag van appellant ontvangen op 7 mei 2011. Daarnaast heeft appellant de zonneboiler na 17 februari 2011 aangeschaft. Daarmee komt de aanvraag op grond van de Wijzigingsregeling niet voor subsidie in aanmerking.
4. Het standpunt van appellant
Appellant heeft tegen de bestreden beslissing het volgende – samengevat weergegeven – naar voren gebracht. Appellant heeft zijn aanvraag via het E-loket van verweerder ingediend, waarbij een zeer specifiek subsidiebedrag werd berekend. Hierdoor is de indruk gewekt dat er subsidie zou worden uitgekeerd. Dat er op andere websites aanvullende informatie te vinden was die in de loop der tijd is aangepast waarbij er voorbehouden zijn gemaakt, doet daar niets aan af omdat voor de aanvraag enkel het E-loket benodigd was. Daarnaast merkt appellant op dat hij al in april 2011 heeft gemeld dat in het E-loket niet alle links naar behoren werkte.
Appellant betoogt daarnaast dat verweerder zich niet kan bogen op betrouwbaarheid, nu verweerder het aanvraagtraject met terugwerkende kracht heeft gesloten.
5. De beoordeling van het geschil
5.1 Ingevolge artikel 8:54, eerste lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 19, eerste lid, van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, heeft het College de bevoegdheid om, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek te sluiten, indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat het beroep kennelijk ongegrond is. Het College ziet aanleiding om in deze procedure van deze bevoegdheid gebruik te maken en overweegt daartoe als volgt.
5.2 Ingevolge artikel II van de Wijzigingsregeling is de Wijzigingsregeling alleen van toepassing op aanvragen die uiterlijk 17 februari 2011 zijn ingediend en waarbij de aanvrager uiterlijk op die datum een technische voorziening heeft aangeschaft waarmee hij een duurzame warmtemaatregel, bedoeld in artikel 3.1.1 van de Subsidieregeling, uitvoert.
Bij eerdergenoemde uitspraak van 27 september 2012 heeft het College geoordeeld dat de bijkomende voorwaarde vervat in artikel II van de Wijzigingsregeling, inhoudende dat de aanvraag uiterlijk 17 februari 2011 moet zijn ingediend, in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en onverbindend moet worden geacht.
5.3 Appellant heeft in maart 2011 een zonneboiler aangeschaft en hiervoor na 17 februari 2011 subsidie aangevraagd. Verweerder heeft in zijn beslissing op bezwaar de afwijzing van de subsidieaanvraag gehandhaafd omdat appellant, in strijd met artikel II van de Wijzigingsregeling, de zonneboiler niet uiterlijk 17 februari 2011 heeft aangeschaft en de subsidieaanvraag niet uiterlijk 17 februari 2011 heeft ingediend. Ter beoordeling staat of verweerder de subsidieaanvraag van appellant terecht en op goede gronden heeft afgewezen.
5.4 Het College stelt vast dat, nu verweerder de afwijzing van de subsidieaanvraag heeft gehandhaafd mede omdat appellant de zonneboiler niet uiterlijk 17 februari 2011 heeft aangeschaft, het besluit conform de Wijzigingsregeling is.
5.5 Appellant heeft aangevoerd dat bij het indienen van zijn aanvraag via het E-loket de indruk is gewekt dat er subsidie zou worden uitgekeerd omdat er een zeer specifiek subsidiebedrag werd berekend.
Het College stelt vast dat de Subsidieregeling op het moment dat appellant zijn zonneboiler heeft aangeschaft weliswaar formeel van kracht was, maar dat uit de Regeling van 27 december 2010 volgde dat voor 2011 geen budget beschikbaar was gesteld. Voorts stelt het College vast dat de tekst op de website van Agentschap NL op 17 februari 2011 is gewijzigd en dat vanaf 17 februari tot en met 29 maart 2011 op de website van Agentschap NL stond vermeld dat het budget voor 2011 nog niet gepubliceerd is en dat na publicatie bekend zal zijn voor welke categorieën (zonneboilers, warmtepompen, lucht/water-warmtepompen en micro-wkk's) budget beschikbaar is. Naar het oordeel van het College heeft verweerder hiermee de mogelijkheid opengelaten dat niet voor alle categorieën technische voorzieningen budget beschikbaar zou worden gesteld. Verder was – in tegenstelling tot de tekst die tot en met 17 februari 2011 op de website van Agentschap NL stond – na 17 februari 2011 op de website niet meer vermeld dat na publicatie voldoende budget beschikbaar zou zijn. Gelet op het voorgaande is het College van oordeel dat appellant aan de tekst zoals die van 17 februari 2011 tot en met 29 maart 2011 op de website van Agentschap NL stond, niet het gerechtvaardigd vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat zijn aanvraag gehonoreerd zou worden. Dit geldt a fortiori voor de tekst die vanaf 29 maart 2011 op de website van Agentschap NL stond, waarin is vermeld dat er geen garantie op subsidie wordt gegeven en geadviseerd wordt te wachten met investeren in de duurzame warmtemaatregel totdat een subsidieverlening is ontvangen.
Dat appellant in mei 2011 via het E-loket een aanvraag kon indienen, maakt dit naar het oordeel van het College niet anders, nu het aanvraagformulier geen informatie bevatte waaruit kon worden afgeleid dat de aanvraag zonder meer zou worden gehonoreerd.
Voorts heeft appellant aangevoerd dat verweerder zich niet kan beroepen op betrouwbaarheid, nu verweerder het aanvraagtraject met terugwerkende kracht heeft gesloten.
Het College overweegt dat verweerder – omdat de communicatie over de subsidiemogelijkheden voor duurzame warmtemaatregelen door Agentschap NL bij potentiële investeerders de verwachting heeft kunnen wekken dat in 2011 subsidie voor het uitvoeren van een duurzame warmtemaatregel verstrekt zou worden – de Subsidieregeling alsnog heeft opengesteld voor een specifieke groep en daartoe de Wijzigingsregeling heeft vastgesteld. Dat het gevolg daarvan is dat aanvragen getoetst worden aan een regeling die nog niet bestond ten tijde van het indienen van de aanvraag, is – gelet op het doel van de Wijzigingsregeling – naar het oordeel van het College niet onrechtmatig. Daarbij is in aanmerking genomen dat appellant hierdoor niet is benadeeld. Ingevolge de ten tijde van de indiening van de aanvraag van appellant geldende regeling konden over 2011 immers in het geheel geen subsidieaanvragen op grond van de Subsidieregeling worden gehonoreerd, nu de Subsidieregeling blijkens de Regeling openstelling subsidieplafonds in 2011 niet was opengesteld.
Hetgeen appellant overigens tegen het bestreden besluit heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
5.6 Gelet op het voorgaande is het beroep kennelijk ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
6. De beslissing
Het College verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gewezen door mr. E. Dijt, in tegenwoordigheid van mr. F.E. Mulder als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 20 november 2012.
w.g. E. Dijt w.g. F.E. Mulder
Een belanghebbende kan tegen deze uitspraak ingevolge artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van verzending gemotiveerd verzet doen bij het College door middel van een ondertekend verzetschrift.