ECLI:NL:CBB:2012:BZ1703

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
20 december 2012
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/499
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag duurzame warmte voor bestaande woningen

In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, verweerder, inzake de afwijzing van zijn subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie. De aanvraag betrof een zonneboiler en een warmtepomp, ingediend op 7 december 2011. Verweerder heeft de aanvraag op 29 december 2011 afgewezen, omdat deze na de deadline van 17 februari 2011 was ingediend. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd bij besluit van 12 april 2012 ongegrond verklaard.

Op 29 november 2012 heeft verweerder echter een gewijzigd besluit genomen, waarbij de bezwaren van appellant alsnog gegrond werden verklaard en hem subsidie werd verstrekt ter hoogte van € 9.300,- voor de zonneboiler en warmtepomp. Het College heeft appellant op 3 december 2012 verzocht om aan te geven of hij zijn beroep wilde handhaven, gezien het gewijzigde besluit. Appellant heeft hierop niet gereageerd en is niet verschenen op de zitting op 10 december 2012.

Het College heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verweerder volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Aangezien appellant niet heeft aangegeven welk belang hij nog heeft bij een uitspraak van het College, concludeert het College dat het procesbelang ontbreekt. Daarom wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 12/499 20 december 2012
27308 Kaderwet EZ-subsidies
Subsidieregeling duurzame warmte voor bestaande woningen
Uitspraak in de zaak van:
A, te B, appellant,
gemachtigde: R. Stallenberg, werkzaam bij Eco Solutions Nederland B.V.,
tegen
de Minister van Economische Zaken, verweerder,
gemachtigden: mr. H. Vissinga en mr. J. Weda, werkzaam bij Agentschap NL.
1. De procedure
Appellant heeft bij brief van 18 mei 2012, bij het College binnengekomen op 22 mei 2012, beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 12 april 2012.
Bij dit besluit heeft verweerder de bezwaren van appellant tegen het besluit van 29 december 2011 waarbij verweerder de subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie (hierna: de Subsidieregeling) heeft afgewezen, ongegrond verklaard.
Bij brief van 19 juli 2012 heeft verweerder een verweerschrift ingediend en op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd.
Bij brief van 29 november 2012 heeft verweerder een gewijzigd besluit aan het College toegezonden. Bij het gewijzigde besluit heeft verweerder de bezwaren van appellant alsnog gegrond verklaard en appellant subsidie verstrekt.
Bij brief van 3 december 2012 heeft het College appellant verzocht aan te geven of hij, gelet op het besluit van verweerder, aanleiding ziet zijn beroep te handhaven.
Op 10 december 2012 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad, waarbij appellant niet is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
2. De beoordeling van het geschil
2.1 Voor een beschrijving van het wettelijk kader verwijst het College naar rubriek 2.1 van de uitspraak van het College van 27 september 2012 (AWB 11/736, www.rechtspraak.nl, LJN BX8763).
2.2 Appellant heeft op 7 december 2011 subsidie op grond van de Subsidieregeling aangevraagd voor een zonneboiler en een warmtepomp. Verweerder heeft op 29 december 2011 de subsidieaanvraag van appellant afgewezen omdat hij zijn subsidieaanvraag na 17 februari 2011 heeft ingediend. Bij besluit van 12 april 2012 heeft verweerder de bezwaren van appellant tegen voornoemd besluit ongegrond verklaard. Bij besluit van 29 november 2012 heeft verweerder de bezwaren van appellant alsnog gegrond verklaard en de subsidie voor de zonneboiler en de warmtepomp vastgesteld op € 9.300,-. Daarbij is vermeld dat de afzonderlijke bedragen voor de zonneboiler (€ 1.500,-) en de warmtepomp
(€ 7.800,-) conform de Subsidieregeling zijn vastgesteld.
2.3 Bij brief van 3 december 2012 heeft het College appellant verzocht aan te geven of hij, gelet op het gewijzigde besluit van verweerder, aanleiding ziet zijn beroep te handhaven en zo ja, op welke gronden hij meent thans nog belang te hebben bij een uitspraak van het College. Appellant heeft op dit verzoek niet gereageerd en is niet ter zitting verschenen.
2.4 Nu verweerder geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen en appellant niet heeft aangegeven welk belang hij nog heeft bij een uitspraak van het College, is het College van oordeel dat het procesbelang ontbreekt. Derhalve dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.5 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. De beslissing
Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. E. Dijt, in tegenwoordigheid van mr. F.E. Mulder als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 20 december 2012.
w.g. E. Dijt w.g. F.E. Mulder