2. De beoordeling van het geschil
2.1 Op 27 augustus 2010 heeft appellante tezamen met het zorgkantoor het nacalculatieformulier 2009 bij verweerster ingediend. Naar aanleiding van dit formulier heeft verweerster een tariefbeschikking genomen, gedateerd 17 januari 2011. Tegen deze tariefbeschikking heeft appellante bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft verweerster het bestreden besluit genomen. Bij dat besluit heeft verweerster het bezwaar tegen het aanbrengen in de tariefbeschikking van een correctie op de productie van € 73.929,- ten opzichte van het ingediende nacalculatieformulier, ongegrond verklaard. Voorts heeft verweerster het verzoek om de correctie op de kapitaallasten extramurale zorg met ingang van 2009 ongedaan te maken gehonoreerd, het bezwaar in zoverre gegrond verklaard en dit verwerkt in een bijgevoegde tariefbeschikking die deel uitmaakt van het bestreden besluit. Hierbij is overwogen dat nu het bezwaar zich richt tegen de tariefbeschikking inzake de nacalculatie 2009, de correctie enkel ongedaan gemaakt kan worden voor zover deze betrekking heeft op de aanvaardbare kosten 2009.
2.2 Appellante is in de eerste plaats van mening dat verweerster ten onrechte niet is tegemoetgekomen aan haar bezwaar over de afwijking ten opzichte van het nacalculatieformulier. Zij voert aan dat verweerster jaarlijks een nacalculatieformulier aan haar toestuurt waarop, na invulling, automatisch een bepaald bedrag aan aanvaardbare kosten wordt vermeld. Het nacalculatieformulier, dat mede door het zorgkantoor wordt ondertekend, gaat vergezeld van een goedkeurende verklaring van een accountant wanneer dat bij verweerster wordt ingediend. In de rekenstaat bij de tariefbeschikking van 17 januari 2011 is echter niet het bedrag aan aanvaardbare kosten opgenomen dat automatisch op het nacalculatieformulier is vermeld, maar een lager bedrag. Appellante kan zich niet vinden in de verklaring die verweerster hiervoor heeft gegeven, namelijk dat er in het nacalculatieformulier een fout is geslopen en dat appellante had kunnen weten dat het automatisch op het nacalculatieformulier vermelde bedrag aan aanvaardbare kosten onjuist was. In de visie van appellante zou dat betekenen dat zij het nacalculatieformulier eerst aan alle van toepassing zijnde beleidsregels had moeten toetsen om er zeker van te zijn dat daarin geen fout is geslopen.
2.2.1 Verweerster stelt zich op het standpunt dat in de rekenstaat die behoort bij de tariefbeschikking van 17 januari 2011 het nacalculatieformulier overeenkomstig de Beleidsregel nacalculatie (CA-397) is verwerkt. Er is sprake van onderproductie bij het onderdeel extramurale zorg en overproductie bij het onderdeel intramurale zorg. Op basis van voormelde beleidsregel is bij de nacalculatie substitutie mogelijk tot maximaal 103% van de financiële waarde van de eerder vastgestelde productieafspraken met betrekking tot intramurale of extramurale zorg. Derhalve was het mogelijk de overproductie bij het onderdeel intramurale zorg geheel te honoreren. Wel is in de rekenstaat een korting van € 59.201,- verwerkt, omdat op grond van de Beleidsregel nacalculatie wordt nagecalculeerd op basis van de geleverde productie. Het verschil in aanvaardbare kosten waarop appellante in bezwaar heeft gewezen, wordt volgens verweerster verklaard doordat op het voorblad van het nacalculatieformulier bij de automatische berekening van de aanvaardbare kosten per abuis de grens van de 103%-regel (€ 73.929,-) is meegeteld. De in het nacalculatieformulier opgenomen informatieregel die dit bedrag vermeldt diende ter enkele vaststelling van de grens waarbinnen substitutie tussen de intramurale en extramurale zorg mocht plaatsvinden en had – te meer nu het geen daadwerkelijk gemaakte kosten, maar een (fictieve) informatieregel betreft – niet bij de aanvaardbare kosten mogen worden opgeteld. Appellante had volgens verweerster kunnen weten dat de automatische berekening van het bedrag aan aanvaardbare kosten op het voorblad van het nacalculatieformulier onjuist was.
2.2.2 Het College stelt vast dat voorblad van het nacalculatieformulier is vermeld dat de ondertekenende partijen verzoeken de aanvaardbare kosten vast te stellen op € 9.915.253,-. Dit bedrag aan aanvaardbare kosten wordt automatisch gegenereerd door het nacalculatieformulier. Bij deze automatische totstandkoming is blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting een fout opgetreden. Het op grond van de zogenoemde 103%-regel maximaal te substitueren bedrag – € 73.929,- – is bij het totaal van de aanvaardbare kosten opgeteld zonder dat appellante daarop enige invloed heeft gehad.
Verweerster heeft de fout in de tariefbeschikking van 17 januari 2011 hersteld in die zin dat het totaal aan aanvaardbare kosten op € 9.841.324,- is vastgesteld. Dit is € 73.929,- minder dan het bedrag aan aanvaardbare kosten waarom partijen volgens het voorblad van het nacalculatieformulier hebben verzocht. Hoewel het College begrip heeft voor de verwarring die hierdoor bij appellante is ontstaan, heeft verweerster de fout terecht hersteld. Anders zou bij de nacalculatie vergoeding worden gegeven voor niet geleverde productie. Appellante betwist immers niet dat tegenover het bedrag van € 73.929,- geen daadwerkelijke productie staat. Appellante kan aan de fout in het nacalculatieformulier verder niet de in rechte te honoreren verwachting ontlenen dat verweerster de aanvaardbare kosten op € 9.915.253,- zou vaststellen. Het nacalculatieformulier bevat namelijk geen toezegging van verweerster over de vaststelling van de hoogte van de aanvaardbare kosten.
2.3 Appellante is in de tweede plaats van mening dat verweerster de correctie op de kapitaallasten extramurale zorg ten onrechte niet met ingang van 2007 ongedaan heeft gemaakt. Zij heeft verweerster hierom bij brief van 15 juni 2011 verzocht. Daarbij komt dat appellante part nog deel heeft gehad aan deze onterecht doorgevoerde correctie.
2.3.1 Verweerster stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat de correctie op de kapitaallasten extramurale zorg enkel ongedaan kan worden gemaakt voor zover deze betrekking heeft op de aanvaardbare kosten 2009, aangezien het bezwaar van appellante zich richt tegen de tariefbeschikking van 17 januari 2011 waarin de nacalculatie 2009 is verwerkt.
2.3.2 Naar het oordeel van het College heeft verweerster in het bestreden besluit het verzoek van appellante van 15 juni 2011 terecht alleen betrokken bij de heroverweging van de tariefbeschikking van 17 januari 2011. Weliswaar noopt artikel 7:11 Algemene wet bestuursrecht ertoe dat verweerster een beslissing op bezwaar neemt met inachtneming van alle feiten en omstandigheden zoals die zich op het tijdstip van heroverweging voordoen, maar dit neemt niet weg dat de beslissing op bezwaar nog wel moet zijn te beschouwen als het resultaat van de heroverweging van de (primaire) tariefbeschikking van 17 januari 2011. In die tariefbeschikking zijn uitsluitend de aanvaardbare kosten 2009 aan de orde.