ECLI:NL:CBB:2012:BY2323
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Dijt
- F.E. Mulder
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige afwijzing subsidieaanvraag duurzame warmte door College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarin zijn subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie werd afgewezen. De aanvraag betrof een warmtepomp voor een woning, waarvoor appellant subsidie had aangevraagd na de deadline van 17 februari 2011. De Minister verklaarde de bezwaren van appellant ongegrond, wat leidde tot het beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
De procedure begon met de indiening van het beroep op 4 oktober 2011, na een besluit van de Minister op 22 september 2011. De Minister had eerder, op 18 juli 2011, de subsidieaanvraag afgewezen. Appellant had de warmtepomp aangeschaft en de aanvraag ingediend na de gestelde deadline, wat de reden was voor de afwijzing. Het College heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de voorwaarde van de deadline in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en daarom onverbindend is.
Het College heeft geoordeeld dat de afwijzing van de subsidieaanvraag onterecht was, omdat de aanvraag niet op de juiste wijze was beoordeeld. Het College heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Minister opgedragen om binnen dertien weken opnieuw op de bezwaren van appellant te beslissen. Tevens is bepaald dat de Minister het griffierecht van appellant dient te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gedaan op 25 oktober 2012.