ECLI:NL:CBB:2011:BU8518
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M. van Duuren
- R.R. Winter
- G.P. Kleijn
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in schadevergoeding op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft appellant A, vertegenwoordigd door gemachtigde C, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dit besluit, genomen op 5 oktober 2010, verklaarde het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 25 mei 2010 ongegrond. In dat eerdere besluit werd appellant een tegemoetkoming van € 1.195,- (excl. BTW) toegekend voor schade die was ontstaan tijdens de bestrijding van Q-koorts. Appellant was van mening dat de schadevergoeding onvoldoende was en heeft hiertegen beroep aangetekend.
De zitting vond plaats op 15 september 2011, waar zowel appellant als verweerder, vertegenwoordigd door mr. R. Duisterhof, aanwezig waren. De beoordeling van het geschil richtte zich op de toepassing van artikel 90 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, dat bepaalt dat schadevergoeding kan worden uitgekeerd uit het Diergezondheidsfonds indien schade is ontstaan door het onschadelijk maken van dieren.
Verweerder baseerde zijn besluit op een expertiserapport van het Nederlands Instituut Van Register Experts (NIVRE), waarin werd gesteld dat de schade aan de toegangsweg niet volledig kon worden toegeschreven aan de werkzaamheden die verband hielden met de doding van de dieren. Appellant kon onvoldoende bewijs leveren voor zijn claims over de schade aan de geasfalteerde toegangsweg en de verzakking van de klinkers. Het College oordeelde dat het advies van de schade-expert zorgvuldig tot stand was gekomen en dat er geen reden was om aan de onafhankelijkheid van de expert te twijfelen.
Uiteindelijk concludeerde het College dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 30 november 2011.