ECLI:NL:CBB:2011:BU8362

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
30 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/479
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen Aanwijzingsbesluit zon- en feestdagen winkeltijdenontheffing Bernisse 2011

In deze zaak, die werd behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hebben appellanten A en B, wonende te C, beroep ingesteld tegen het Aanwijzingsbesluit zon- en feestdagen winkeltijdenontheffing Bernisse 2011. Dit besluit, dat op 26 april 2011 door de burgemeester en wethouders van Bernisse werd vastgesteld, betreft de openingstijden van winkels op zon- en feestdagen in de dorpsgebieden Heenvliet en Geervliet. Appellanten voerden aan dat zij belanghebbenden zijn bij het besluit, omdat hun woning zich in de directe nabijheid van een Albert Heijn filiaal bevindt. Ze stelden dat de verruimde openingstijden van deze supermarkt zouden leiden tot verkeersoverlast in hun woonomgeving.

Tijdens de zitting op 30 november 2011, waar de appellanten afwezig waren, maar vertegenwoordigd door hun gemachtigden, werd de mondelinge uitspraak gedaan. Het College oordeelde dat de appellanten inderdaad belanghebbenden zijn, aangezien hun woning dicht bij de supermarkt ligt. Echter, het College vond geen grond voor het oordeel dat de burgemeester en wethouders niet in redelijkheid tot het Aanwijzingsbesluit hadden kunnen komen. De afspraken die verweerders met Albert Heijn hadden gemaakt, waaronder dat het filiaal op zondag niet bevoorraad zou worden, maakten het onwaarschijnlijk dat er op zondag een verhoogde verkeersintensiteit zou zijn.

Het College concludeerde dat de stellingen van appellanten onvoldoende waren om aan te nemen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de winkel ontoelaatbaar nadelig zou worden beïnvloed. Bovendien bleek uit de stukken dat er ook andere ondernemers waren die belangstelling hadden voor zondagsopeningen, wat de stelling van appellanten dat het besluit enkel ten gunste van Albert Heijn was genomen, ondermijnde. Het College besloot het beroep ongegrond te verklaren en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 11/479 30 november 2011
12500 Winkeltijdenwet
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in de zaak van:
A en B, te C, appellanten,
tegen
burgemeester en wethouders van Bernisse, verweerders,
gemachtigden: mr. H.E. Jansen en B. Dekens, werkzaam bij verweerders.
Zitting hebben: mr. S.C. Stuldreher, mr. H.S.J. Albers en mr. N.A. Schimmel,
mr. J. van Santvoort, waarnemend griffier.
Ter zitting zijn verweerders bij voornoemde gemachtigden verschenen. Appellanten zijn, met bericht van afwezigheid, niet verschenen.
Op 26 april 2011 hebben verweerders het Aanwijzingsbesluit zon- en feestdagen winkeltijdenontheffing Bernisse 2011, Dorpsgebied Heenvliet en Geervliet (hierna: het Aanwijzingsbesluit), vastgesteld. Tegen het ontwerp van dit besluit hebben appellanten een zienswijze naar voren gebracht. Bij brief van 29 april 2011 hebben verweerders appellanten in kennis gesteld van het Aanwijzingsbesluit en gereageerd op hun zienswijze. Het Aanwijzingsbesluit is op 3 mei 2011 gepubliceerd.
Tegen het Aanwijzingsbesluit hebben appellanten bij brief van 14 juni 2011, bij het College binnengekomen op 15 juni 2011, beroep ingesteld.
Na het onderzoek ter zitting te hebben gesloten, heeft het College aan partijen meegedeeld dat op 30 november 2011 mondeling uitspraak zal worden gedaan.
Beslissing: het College verklaart het beroep ongegrond.
Gronden:
- Partijen verschillen van mening of appellanten belanghebbenden bij het bestreden besluit zijn in de zin van artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Voor het College is komen vast te staan dat de woning van appellanten is gelegen in de directe nabijheid van het filiaal van Albert Heijn, gevestigd aan de Toldam 5 te Heenvliet. Het College acht derhalve aannemelijk dat appellanten in hun onmiddellijke leefomgeving gevolgen van de verruimde openingstijden van deze supermarkt kunnen ondervinden. Appellanten zijn dan ook belanghebbenden bij het bestreden besluit.
- In hetgeen appellanten hebben aangevoerd ziet het College geen grond voor het oordeel dat verweerders niet in redelijkheid tot het bestreden besluit hebben kunnen komen. Het College neemt hierbij het volgende in aanmerking.
Verweerders hebben met Albert Heijn (mondeling) de afspraak gemaakt dat vorengenoemd filiaal niet op zondag zal worden bevoorraad. In dit licht bezien is niet aannemelijk dat op zondag sprake zal zijn van een verhoogde verkeersintensiteit door vrachtverkeer, die tot ontoelaatbare overlast zal leiden. De enkele stelling van appellanten dat de zondagopenstelling van de winkel van Albert Heijn extra verkeersbewegingen door bezoekers van deze winkel teweeg zal brengen is onvoldoende om aan te nemen dat daardoor de woon- en leefsituatie in de omgeving van de winkel ontoelaatbaar nadelig wordt beïnvloed.
Voorts bestaat geen grond voor de stelling dat het Aanwijzingsbesluit slechts is vastgesteld met het oog op het gebruik daarvan door Albert Heijn. Uit de stukken blijkt dat de ondernemersverenging Bernisse ook belangstelling heeft getoond voor zondagsopeningen, zodat niet valt uit te sluiten dat ook andere winkels op zondag geopend zullen zijn.
Tot slot is van belang dat verweerders aanvankelijk voornemens waren om ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Verordening winkeltijden Bernisse het maximale aantal van twaalf zondagen vast te stellen, maar dat dit aantal in de loop van de besluitvorming eerst is teruggebracht tot negen en uiteindelijk bij het Aanwijzingsbesluit tot vijf. Gelet op al het vorenstaande hebben verweerders geen blijk gegeven van een onjuiste dan wel een onredelijke belangenafweging.
- Het College ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 8:75 Awb.
w.g. S.C. Stuldreher w.g. J. van Santvoort