ECLI:NL:CBB:2011:BT7636

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
15 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/391 AWB 11/390
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake koopzondagen in Capelle aan den IJssel

In deze zaak heeft de Ondernemersvereniging Stadscentrum 'De Koperwiek' te Capelle aan den IJssel, vertegenwoordigd door mr. M. van Weeren, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen de burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel, vertegenwoordigd door mr. drs. P.L. van den Herik. Het geschil betreft het aantal koopzondagen dat aan de ondernemers in de wijk Middelwatering is toegestaan. De verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente om het aantal koopzondagen voor 2011 vast te stellen op vijf, terwijl zij verzocht om twaalf koopzondagen. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 13 juli 2011 en op 15 juli 2011 uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Winkeltijdenwet de gemeenteraad de bevoegdheid geeft om vrijstellingen te verlenen voor koopzondagen. De verzoekster heeft aangevoerd dat het aantal koopzondagen dat aan haar leden is toegewezen onvoldoende is om hun economische belangen te waarborgen, vooral in vergelijking met andere gebieden waar meer koopzondagen zijn toegestaan. De gemeente heeft echter betoogd dat de beslissing om het aantal koopzondagen te beperken is gebaseerd op een afweging van belangen, waarbij ook de zondagsrust in acht is genomen.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gemeente binnen haar beleidsvrijheid is gebleven en dat de afweging van belangen door de gemeente niet onredelijk is. De rechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het besluit van de gemeente te vernietigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. De verzoekster heeft niet aangetoond dat de afwijzing van de extra koopzondagen onterecht was, en de rechter heeft geen schending van het gelijkheidsbeginsel vastgesteld. De uitspraak bevestigt de ruimte die gemeenten hebben om hun eigen beleid te bepalen met betrekking tot koopzondagen, rekening houdend met lokale omstandigheden en belangen.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
Voorzieningenrechter
AWB 11/391 en 11/390 15 juli 2011
12500 Winkeltijdenwet
Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening en, met toepassing van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht, op het beroep in de zaak van:
Ondernemersvereniging Stadscentrum “De Koperwiek”, te Capelle aan den IJssel, verzoekster,
gemachtigde: mr. M. van Weeren, advocaat te Amsterdam,
tegen
burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel, verweerders,
gemachtigde: mr. drs. P.L. van den Herik, unithoofd Juridische Zaken van verweerders gemeente.
1. De procedure
Verzoekster heeft bij brief van 17 mei 2011 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerders van 12 april 2011. Bij dit besluit hebben verweerders beslist op het bezwaar van verzoekster tegen het besluit van verweerders van 4 januari 2011.
Bij brief van 18 mei 2011 heeft verzoekster om voorlopige voorziening verzocht.
Bij brief van 6 juni 2011 hebben verweerders gereageerd op dit verzoek.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 13 juli 2011, waarbij partijen, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hun standpunten hebben toegelicht. Partijen hebben ter zitting toestemming gegeven om onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2. De grondslag van het geschil
2.1 De Winkeltijdenwet (hierna: de Wet), voor zover hier van belang, bepaalt:
" Artikel 2
1. Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:
a. op zondag;
(…)
Artikel 3
1. De gemeenteraad kan voor ten hoogste twaalf door hem aan te wijzen dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag (...). De beperking tot twaalf dagen per kalenderjaar geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
2.De gemeenteraad kan, al dan niet onder het stellen van regels, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.
(…)"
De Verordening Winkeltijden van de gemeente Capelle aan den IJssel (hierna: de Verordening) bepaalt, voor zover hier van belang:
" Artikel 5
1. De verboden vervat in artikel 2, eerste lid, onder a (…) van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon(…)dagen per kalenderjaar.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elke wijk van de gemeente afzonderlijk."
2.2 De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
- De leden van verzoekster exploiteren winkels in de wijk Middelwatering in het centrum van Capelle aan den IJssel. Voor die wijk bedroeg het aantal koopzondagen in 2009 drie en in 2010 vijf.
- Verzoekster vroeg vrijstelling voor twaalf koopzondagen in 2011.
- Bij besluit van 4 januari 2011 stelden verweerders het aantal koopzondagen voor Middelwatering vast op vijf.
- Bij brief van 17 januari 2011 heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
- Op 21 maart 2011 heeft de commissie bezwaarschriften van de gemeente Capelle aan den IJssel advies uitgebracht.
- Bij het besluit van 12 april 2011 verklaarden verweerders, onder verwijzing naar dat advies, het bezwaar van verzoekster ongegrond.
3. Het standpunt van verzoekster
Verzoekster voert, samengevat, het volgende aan. Zij heeft een spoedeisend belang bij vaststelling van twaalf koopzondagen, teneinde maandelijks een koopzondag te kunnen organiseren. De ondernemers hebben belang om omzet te genereren op zondag om de exploitatie van hun winkels lonend te maken, mede gelet op de koopzondagen die elders in de gemeente, en in het nabijgelegen Alexandrium wel zijn toegekend. Het is belangrijk om het winkelpubliek de koopzondagen in een regelmatig maandelijks patroon aan te bieden vanwege het gewenningseffect dat daarvan uit gaat. Andere belangen, zoals door verweerders weergegeven in het bestreden besluit wegen daar niet tegen op.
Het besluit om niet meer dan vijf koopzondagen toe te kennen, is opgehangen aan het coalitieakkoord, maar dat volstaat niet als dragende motivering. Als de gemeenteraad meent dat het aantal koopzondagen moet worden beperkt dan moet hij de Verordening aanpassen. De zondagrust is bij de totstandkoming van de Verordening meegewogen en heeft geleid tot het oordeel dat twaalf koopzondagen aanvaardbaar is. Bovendien wordt verstoring van de zondagsrust door verweerders niet nader onderbouwd.
Uit het bestreden besluit blijkt evenmin van enige afweging van financiële en economische belangen. De ondernemers hebben het afgelopen jaar geïnvesteerd in de koopzondagen. De koopzondagen zijn noodzakelijk om de omzetverliezen goed te maken die ontstaan doordat in Alexandrium de winkels iedere zondag zijn geopend. De ondernemers hebben duidelijk een groot economisch belang bij de twaalf koopzondagen. De tot op heden georganiseerde koopzondagen hebben een positief economisch effect.
Ten slotte beroept verzoekster zich op het gelijkheidsbeginsel. Voor Capelle XL is vrijstelling verleend voor twaalf koopzondagen en vier bijzondere feestdagen in 2011. Er is geen reden om die winkeliers anders te behandelen dan de winkeliers in het centrum.
4. Het standpunt van verweerders
Verweerders hebben, samengevat, het volgende aangevoerd. De Verordening spreekt van een ‘ten hoogste’ aantal koopzondagen en niet van een absoluut aantal zondagen. Een meerderheid van de (na de gemeenteraadsverkiezingen 2010 gewijzigde) gemeenteraad heeft na een hernieuwde weging van alle betrokken belangen in het coalitieakkoord afgesproken dat het aantal koopzondagen niet zal toenemen. Omdat deze afspraak valt binnen de kaders van de Verordening, achtte de gemeenteraad wijziging van de Verordening niet aan de orde. Gelet op de samenstelling van de coalitie (Leefbaar Capelle, VVD, SGP, Christen Unie en CDA) is zowel gewicht toegekend aan de commerciële belangen van de ondernemers als aan het belang van de zondagsrust. Deze afweging van belangen kan het beste worden weergegeven door de uitersten binnen de coalitie. Enerzijds SGP en Christen Unie die principieel tegen koopzondagen zijn en daarom een nuloptie hanteren; anderzijds Leefbaar Capelle en VVD die een maximale zondagopenstelling voorstaan. Een evenwicht is uiteindelijk gevonden in het compromis dat het aantal koopzondagen per wijk niet zou toenemen. Verweerders zijn van mening dat het financiële effect van de gevraagde extra zeven koopzondagen op de totale jaaromzet marginaal is en de afwijzing ervan naar verwachting geen belemmering voor het voortbestaan van de winkels zal opleveren.
Het gelijkheidsbeginsel achten verweerders niet geschonden, omdat de door verzoekster genoemde gebieden niet met elkaar vergelijkbaar zijn. Capelle XL, gelegen aan de rand van de gemeente Capelle aan den IJssel, en Rotterdamse Woonmall Alexandrium vormen samen één woonboulevard waarvoor in het verleden steeds meer koopzondagen zijn toegestaan dan voor de in het centrum van de gemeente Capelle aan den IJssel gelegen wijk Middelwatering.
5. De beoordeling van het geschil
5.1 De voorzieningenrechter acht voldoende mate van spoedeisendheid aanwezig. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in samenhang met artikel 19 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
5.2 De voorzieningenrechter volgt verzoekster niet in haar standpunt dat het voor verweerders slechts mogelijk zou zijn minder dan twaalf koopzondagen aan te wijzen als de Verordening zou zijn gewijzigd. De huidige tekst van Verordening laat, gelet op de bewoordingen ‘ten hoogste’, de ruimte minder dan twaalf koopzondagen aan te wijzen.
5.3 Bij het aanwijzen van deze koopzondagen hebben verweerders beleidsvrijheid. Verweerders dienen de relevante belangen in hun beschouwingen te betrekken en tegen elkaar af te wegen. Het betoog van verzoekster komt er op neer dat verweerders de in aanmerking te nemen belangen onvoldoende hebben gewogen en daarbij vooral onvoldoende gewicht hebben toegekend aan het belang van haar leden om hun concurrentiepositie ten opzichte van Woonmall Alexandrium te versterken. De wetgever heeft de gemeentelijke organen volledig vrij willen laten bij de beoordeling of er al dan niet aanleiding is voor een vrijstelling. Het ligt dan niet voor de hand om verweerders afwegingen aan een indringende inhoudelijke toetsing te onderwerpen. Een besluit tot vaststelling van de koopzondagen komt zodoende alleen op inhoudelijke gronden voor vernietiging in aanmerking indien zou moeten worden geoordeeld dat verweerders na afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid tot dat besluit hebben kunnen komen. De toetsingsmaatstaf die de rechter hier aanlegt is dus een terughoudende, vooral als het gaat om de vraag welk gewicht verweerders aan de verschillende, tegengestelde belangen hebben toegekend. Bij die weging spelen immers vragen over het karakter van de gemeente en de gewenste ontwikkeling daarvan, alsmede over geloofsovertuiging en het respecteren van de geloofsovertuiging van bepaalde bevolkingsgroepen een belangrijke rol. De waardering van dergelijke, niet exact bepaalbare belangen, is nu juist voorbehouden aan de politiek. Verweerders zijn in die weging gebleven binnen de hun toekomende en door de rechter te respecteren ruimte. Daarbij heeft de voorzieningenrechter mede gewogen dat verzoekster niet heeft onderbouwd dat een sluitende exploitatie van de winkels in het centrum van Cappelle aan den IJssel zonder de zeven afgewezen koopzondagen onmogelijk is.
5.4 De Winkeltijdenwet voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid om voor verschillende delen van de gemeente in verschillende regimes van zondagopenstelling te voorzien. Vanzelfsprekend kan daardoor een zekere ongelijkheid in de zondagopenstelling tussen de verschillende wijken in een gemeente ontstaan. Op zich zelf levert dat geen inbreuk op het gelijkheidsbeginsel op. Dat zou slechts anders zijn als voor dat verschil in behandeling van geen redelijke grond bestaat. Die situatie doet zich hier niet voor. Verweerders hebben afdoende toegelicht waarom zij voor Capelle XL meer koopzondagen toestaan dan voor het centrum van hun gemeente.
5.7 Gelet op het voorgaande moet het beroep ongegrond worden verklaard. Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat geen aanleiding. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen reden.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek af.
Aldus gewezen door mr. R.C. Stam, in tegenwoordigheid van mr. I.C. Hof als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2011.
w.g. R.C. Stam w.g. I.C. Hof