ECLI:NL:CBB:2011:BP3865
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen uitspraak accountantskamer
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 februari 2011 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzet tegen een eerdere uitspraak van de accountantskamer. De indiener had op 19 januari 2010 hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de accountantskamer van 7 december 2009. De indiener kreeg uitstel tot 30 april 2010 voor het indienen van de gronden van beroep, maar deze werden pas op 6 mei 2010 ingediend. De accountantskamer verklaarde het hoger beroep op 23 augustus 2010 niet-ontvankelijk omdat de gronden te laat waren ingediend. De indiener diende op 18 oktober 2010 verzet in tegen deze uitspraak, maar het College oordeelde dat dit verzet te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van verzet eindigde op 4 oktober 2010, en het verzetschrift was pas gedateerd op 12 oktober 2010 en ter griffie ontvangen op 18 oktober 2010. De indiener voerde aan dat onderbezetting op zijn kantoor de reden was voor de termijnoverschrijding, maar het College oordeelde dat deze omstandigheid voor rekening van de indiener kwam en geen verschoonbare reden vormde. Het College verklaarde het verzet derhalve niet-ontvankelijk.