Uitspraak
Coöperatieve Telersvereniging Batavia U.A.(hierna: Batavia), te Barendrecht, appellante,
Productschap Tuinbouw, verweerder,
1.De procedure
[A], voorzitter, verschenen.
2.De grondslag van het geschil
Controles ter plaatse
1. Van elke controle ter plaatse wordt een controleverslag opgesteld aan de hand waarvan de bijzonderheden van de uitgevoerde controle kunnen worden nagetrokken. Dit verslag bevat met name de volgende gegevens:
a) de gecontroleerde steunregeling en –aanvraag;
b) de aanwezige personen:
d) de resultaten van de controle.
2. De begunstigde wordt in de gelegenheid gesteld het verslag te ondertekenen om zijn aanwezigheid bij de controle te bevestigen, en er opmerkingen aan toe te voegen. Wanneer onregelmatigheden worden geconstateerd, wordt aan de begunstigde een afschrift van het controleverslag verstrekt.
3. Vooraf mag worden gemeld dat controles ter plaatse zullen worden verricht, op voorwaarde dat de doelstelling van de controle daardoor niet in het gedrang komt. De voorafgaande melding mag niet vroeger worden gedaan dan strikt noodzakelijk.
58. Op de eerste plaats dient, inzake het argument dat de prijsvaststelling niet voorkomt in de opsomming van essentiële functies van de telersvereniging in artikel 6 van de Verordening 1432/2003, geconstateerd te worden dat de lijst met essentiële functies van de telersvereniging zoals vermeld in artikel 6 van genoemde verordening, in ieder geval niet uitputtend is."
- Batavia is een erkende producentenvereniging voor de sector groenten en fruit, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de ingetrokken Verordening nr. 2200/96, welke bepaling is opgevolgd door het thans geldende artikel 22 van Verordening (EG)
- Bij besluit van 9 februari 2009 is voormelde erkenning voortgezet. In dit besluit wordt onder meer het volgende gesteld:
- Op 23 november 2009 heeft verweerder Batavia bezocht. Van dit bezoek heeft verweerder een verslag opgesteld dat is gedateerd op 3 december 2009.
- In het verslag zijn onder meer de volgende passages opgenomen:
- De telersvereniging Batavia is verantwoordelijk voor de verkoop van de productie. Dientengevolge is de telersvereniging belast met het beheer van de verkoopvoorwaarden en in het bijzonder met het vaststellen van de verkoopprijzen van de productie.
- Individuele telers, alsook vertegenwoordigers van telerscommissies mogen geen product verkopen.
Telers mogen niet zelf hun afnemer kiezen. Telers kunnen slechts leveren aan afnemers waarmee Batavia een contract heeft.
De verkoop dient door Batavia plaats te vinden en niet door de individuele telers. Telers mogen niet met afnemers contact hebben over prijs, kwaliteit en hoeveelheid.
Delegeren van de verkoop van een bestuurslid lijkt een acceptabele optie als dit is geformaliseerd. De delegatie aan het bestuurslid dient te worden vastgelegd. Van periodiek overleg met een afnemer dient in ieder geval verslag te worden gemaakt.
Het PT geeft aan dat het vraagtekens heeft bij de wijze van verkoop van vollegrond groenten. Ondanks dat de teler die de producten verkoopt lid is van de Raad van Commissarissen van Batavia wordt daardoor waarschijnlijk niet aan de voorwaarde voldaan dat Batavia het produkt verkoopt.
Batavia dient het product van haar leden te verkopen en niet de leden.
(…)"
- Bij brief van 9 december 2009 heeft Batavia het verslag met een tweetal opmerkingen aan verweerder teruggestuurd.
- Bij besluit van 16 december 2009 heeft verweerder de erkenning van Batavia als producentenorganisatie geschorst per 3 december 2009. In dit besluit is onder meer het volgende overwogen:
(…)
De bevindingen van het controlebezoek van het Productschap Tuinbouw aan Batavia d.d. 23 november zijn op 3 december 2009 aan Batavia middels een verslag gerapporteerd. Batavia is in de gelegenheid gesteld om in overeenstemming met Verordening (EG) 1580/2007 artikel 104 lid 2 dit verslag te ondertekenen en van opmerkingen te voorzien. Het Productschap Tuinbouw heeft dit verslag d.d. 10 december 2009 door de voorzitter ondertekend retour ontvangen voorzien van 2 opmerkingen. Deze opmerkingen zijn in deze beschikking meegenomen.
Conclusie:
Batavia voldoet voor een deel van haar ledenproduct niet aan de eis om de prijzen vast te stellen in overeenstemming met het arrest van
30 september 2009 – zaak T-432/07, Frankrijk/Commissie. Het Productschap Tuinbouw is daarom genoodzaakt om op basis van Vo (EG) 1580/2007 artikel 116 lid 2 de erkenning van Batavia per 3 december 2009 te schorsen. De schorsing eindigt op de dag van de controle die aantoont dat de betrokken criteria weer worden nageleefd."
- Tegen dit besluit heeft Batavia bezwaar gemaakt.
- Vervolgens heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
zijn dat de regie op de afzet tevens inhoudt dat de telersvereniging zelf de prijzen van haar ledenproduct dient vast te stellen, zodat eerst een waarschuwing gegeven had moeten worden kan niet opgaan. Zoals hiervoor gesteld, is in Verordeningen nr. 1234/2007 en nr. 1580/2007 bepaald dat de hoofdtaak van de telersvereniging de concentratie van het aanbod en de verkoop van de producten van haar leden betreft. Tevens wordt tot die hoofdtaak het vaststellen van de prijzen gerekend. In genoemd arrest wordt dit niet als een nieuwe norm gesteld; volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie geldt de door het Hof of het Gerecht gegeven uitleg van een bepaling van gemeenschapsrecht met terugwerkende kracht en wordt de bepaling geacht reeds altijd die betekenis te hebben gehad. Het gaat om de uitoefening van de hoofdtaak van de telersvereniging, wat zoals gezegd de facto een ernstige inbreuk oplevert. De omstandigheid dat absolute duidelijkheid hierover pas werd verkregen met het arrest van het Gerecht doet aan het karakter van de schending niet af. Toepassing van artikel 116, derde lid, van Verordening nr. 1580/2007 is niet aan orde.
nr. 1580/2007 heeft voorrang boven het nationale recht, zodat artikel 3:40 Awb toepassing mist. Dat aan de schorsing terugwerkende kracht tot 3 december 2009 is toegekend is dan ook niet onjuist.
nr. 1580/2007. Het argument dat het beleid op dit punt pas kenbaar was vanaf
24 december 2009 treft dan ook geen doel.
12 november 2009 vooraf aangekondigd en een dergelijke aankondiging kan op grond van artikel 104, derde lid, van Verordening nr. 1580/2007 ook worden nagelaten.
Een mogelijkheid tot voorbereiding van een controle behoeft niet te worden geboden.
4.Het standpunt van appellante
artikel 104 van Verordening nr. 1580/2007, maar slechts een gesprek, en had niet ten grondslag mogen worden gelegd aan de schorsing van de erkenning. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte niet aangegeven welke acties Batavia moest ondernemen om de schorsing ongedaan te maken, terwijl verweerder dit in het verslag van 3 december 2009 had toegezegd.
nr. 1580/2007, op grond waarvan de lidstaten de erkenning van een producentenorganisatie schorsen, indien de inbreuk op de erkenningscriteria weliswaar ernstig, maar slechts tijdelijk is. Het omschreven manco dat Batavia voor een deel van haar ledenproduct niet voldoet aan de verplichting om prijzen vast te stellen is geen ernstige inbreuk en het door Batavia gehanteerde bemiddelingsysteem werd door verweerder toegestaan en wordt ook door andere telersverenigingen gebruikt. Pas in de beslissing op bezwaar is het niet voldoen aan deze verplichting benoemd als een ernstige inbreuk. Dit kan evenwel niet worden afgeleid uit de bovengenoemde artikelen waaraan verweerder de bevoegdheid tot schorsing ontleent. Het is niet inzichtelijk waarom het feit dat voor een deel van het ledenproduct de prijzen niet zijn vastgesteld een ernstige inbreuk op de erkenningscriteria vormt. De omstandigheid dat door verweerder in februari 2009 dezelfde feiten zijn geconstateerd en toen geen schorsing is opgelegd, en niet eens een waarschuwing als bedoeld in artikel 116, derde lid, maakt de kwalificatie “ernstige inbreuk” des te raadselachtiger, en leidt tot strijd met het verbod op willekeur. Verweerder beroept zich in dit verband op het arrest van het Gerecht van 30 september 2009, waaruit kan worden afgeleid dat onder de verkoop van de productie ook het vaststellen van de verkoopprijzen valt. Dit arrest geeft echter ook geen duidelijkheid over de kwalificatie van het nalaten om voor een deel van het ledenproduct de prijzen vast te stellen en dus ook niet over de vraag tot toepassing van welke in artikel 116 neergelegde bevoegdheden dit zou moeten leiden.
Verweerder heeft pas na het bestreden besluit van 16 december 2009 de Circulaire bekendgemaakt. Hierin is uiteengezet welke verplichtingen gepaard gaan met de aanvraag en de verlening van erkenningen en welke gevolgen de oplegging van sancties, zoals schorsing, kunnen hebben. Verweerder had de Circulaire eerst bekend moeten maken en pas daarna een besluit omtrent schorsing kunnen nemen. De interpretatie van de verordeningen was niet duidelijk, zoals blijkt uit aangehaald arrest van het Gerecht. Het was niet kenbaar dat, anders dan in februari 2009 nog het geval was, tot schorsing zou worden overgegaan als de prijzen van een deel van het ledenproduct niet werden vastgesteld. Er is sprake van onbehoorlijk bestuur.
5.De beoordeling van het geschil
nr. 1580/2007 en dus niet ten grondslag kan worden gelegd aan een besluit onder artikel 116, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1580/2007, wordt door het College niet gevolgd. Dat Batavia zich niet op deze controle zou hebben kunnen voorbereiden kan dan ook niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit, reeds omdat uit artikel 104, derde lid, van Verordening nr. 1580/2007 volgt dat het vooraf melden dat een controle ter plaatse zal worden verricht als uitzondering op de regel moet worden beschouwd. Verweerder is daartoe niet verplicht. Batavia heeft overigens niet bestreden dat de controle per e-mail van 12 november 2009 was aangekondigd.
16 december 2009 nam, staat er niet aan in de weg dat verweerder op grond van artikel 116, tweede lid, van Verordening nr. 1580/2007 in dit besluit de erkenning kon schorsen zoals hij heeft gedaan.
Voor het oordeel dat het verbod op détournement de pouvoir zou zijn geschonden bestaat dan ook geen aanleiding.
De door verweerder opgelegde schorsing van de erkenning volgt immers niet uit de Circulaire, maar uit artikel 116, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1580/2007.
6.De beslissing
2 maart 2011.