ECLI:NL:CBB:2010:BL6078
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.J.M. Heijs
- B.J.E. Lodder
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake zoogkoeienpremies en vergoeding van wettelijke rente
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 januari 2010 uitspraak gedaan in het beroep van appellant A, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde P.F.B. Meulepas, tegen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. G.S. van der Schaaf. Het beroep was gericht tegen een besluit van 29 oktober 2004, waarin de bezwaren van appellant tegen eerdere besluiten over de Regeling dierlijke EG-premies gedeeltelijk gegrond waren verklaard. Appellant had beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om vergoeding van wettelijke rente en proceskosten.
Het College oordeelde dat appellant nog belang had bij de vernietiging van het besluit van 29 oktober 2004, ondanks het feit dat verweerder dit besluit op 22 september 2009 had ingetrokken en de bezwaren van appellant alsnog gegrond had verklaard. Het College stelde vast dat de intrekking van het bestreden besluit niet in de weg stond aan de vernietiging ervan, omdat appellant belang had bij de vernietiging, met name voor de vergoeding van wettelijke rente over de zoogkoeienpremies die hij had betaald.
Het College verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit van 29 oktober 2004. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de wettelijke rente aan appellant, alsook tot het vergoeden van de proceskosten tot een bedrag van € 483,-- en het griffierecht van € 136,--. Deze uitspraak benadrukt de toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat een nieuw besluit niet automatisch het beroep tegen een eerder besluit uitsluit, mits er belang is bij de vernietiging van dat eerdere besluit.