ECLI:NL:CBB:2009:BK5146
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag toeslagrechten GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn aanvraag voor uitbetaling van toeslagrechten voor het jaar 2007 op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 werd afgewezen. De procedure begon met een brief van appellant op 23 december 2008, waarin hij bezwaar maakte tegen een eerder besluit van 20 juni 2008. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een Gecombineerde opgave die appellant op 9 mei 2007 had ingediend, waarin hij per abuis had aangekruist dat hij geen uitbetaling van zijn toeslagrechten wenste. Appellant stelde dat hij niet op de hoogte was van de vereisten en dat hij dacht automatisch in aanmerking te komen voor de bedrijfstoeslag.
Tijdens de zitting op 7 oktober 2009 werd het standpunt van appellant besproken, waarbij hij aanvoerde dat de Dienst Regelingen onvoldoende voorlichting had gegeven. Het College oordeelde echter dat de verantwoordelijkheid voor het indienen van een correcte aanvraag bij de landbouwer ligt. De Gecombineerde opgave werd niet beschouwd als een aanvraag voor rechtstreekse betalingen, omdat appellant niet had aangegeven dat hij gebruik wilde maken van zijn toeslagrechten. Het College concludeerde dat de aanvraag te laat was ingediend en dat er geen sprake was van een kennelijke fout die de afwijzing zou kunnen rechtvaardigen.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, met de overweging dat appellant zich had moeten informeren over de voorwaarden voor de steunverlening. De uitspraak werd gedaan door mr. S.C. Stuldreher, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier, op 18 november 2009.