ECLI:NL:CBB:2009:BJ2679
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontheffing voor avondopenstelling van een supermarkt in Apeldoorn
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 juli 2009 uitspraak gedaan over een geschil tussen Nico de Witt Supermarkten Apeldoorn B.V. en de burgemeester en wethouders van Apeldoorn. De appellante, Nico de Witt Supermarkten, had een aanvraag ingediend voor een ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet om haar supermarkt op zon- en feestdagen als avondwinkel te mogen openen. De aanvraag werd in eerste instantie goedgekeurd voor de duur van één jaar, maar de appellante maakte bezwaar tegen deze beperking. De burgemeester en wethouders hebben het bezwaar ongegrond verklaard, waarna de zaak bij het College werd gebracht.
De procedure begon met een beroep dat op 20 augustus 2008 bij de rechtbank Zutphen werd ingediend tegen een besluit van 17 juli 2008. De rechtbank heeft de zaak doorgestuurd naar het College, waar op 22 juni 2009 een zitting plaatsvond. De commissie adviseerde om het bezwaar van appellante ongegrond te verklaren, en verweerders hebben dit advies overgenomen in hun besluit. De appellante voerde aan dat de beperking van de ontheffing tot één jaar in strijd was met de Winkeltijdenwet en het gelijkheidsbeginsel, omdat een andere supermarkt in een bedrijventerrein een ontheffing voor onbepaalde tijd had gekregen.
Het College oordeelde dat de verlening van de ontheffing voor de duur van één jaar niet in strijd was met de wet en dat de appellante niet kon worden gevolgd in haar argumenten. De commissie had terecht opgemerkt dat de Winkeltijdenwet gemeenten de mogelijkheid biedt om ontheffingen te verlenen, maar dat deze onder voorwaarden en beperkingen kunnen worden verleend. Het College concludeerde dat de appellante niet had aangetoond dat de beslissing van de burgemeester en wethouders onterecht was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van gemeenten om voorwaarden te stellen aan ontheffingen en het belang van lokale omstandigheden in de beoordeling van dergelijke aanvragen.