ECLI:NL:CBB:2009:BH2972
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen appellant over geldboete wegens overtreding teeltverbod aardappelen
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen appellant A, die in beroep is gegaan tegen een uitspraak van het Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen. Het tuchtgerecht had appellant een geldboete van € 6.192,50 opgelegd wegens overtreding van het teeltverbod voor aardappelen, zoals vastgelegd in de Verordening HPA aardappelmoeheid 2003. Appellant had het perceel per 1 januari 2007 in pacht gekregen en stelde dat er in de voorgaande jaren geen aardappelen waren geteeld, maar vlas en tarwe. Hij voerde aan dat hij geen toegang had tot de benodigde informatie over de teeltgeschiedenis van het perceel, omdat zowel het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als de verpachter, Domeinen, hem geen gegevens konden verstrekken. Appellant betwistte de hoogte van de opgelegde boete en stelde dat het tuchtgerecht geen rekening had gehouden met zijn omstandigheden.
Tijdens de zitting op 9 december 2008 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zijn pogingen om informatie te verkrijgen uiteenzette. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellant voldoende inspanningen heeft geleverd om de teeltgeschiedenis te achterhalen. Het College oordeelde dat de bestreden tuchtbeslissing niet in stand kon blijven, omdat appellant niet verweten kon worden dat hij in strijd met de norm had gehandeld, gezien de afwezigheid van algemeen toegankelijke informatie en de verstoorde relatie tussen de verpachter en de voormalig pachter.
Het College verklaarde het beroep van appellant gegrond, vernietigde de bestreden tuchtbeschikking en bepaalde dat aan appellant geen tuchtrechtelijke maatregel wordt opgelegd. Deze uitspraak is gebaseerd op de relevante bepalingen van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.