ECLI:NL:CBB:2009:BH2662
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van toeslagrechten uit de nationale reserve in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 januari 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen Landbouwbedrijf A B.V. en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, Landbouwbedrijf A B.V., had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarin de toeslagrechten van appellante op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 waren vastgesteld. De procedure begon met een bezwaar tegen een eerder besluit van 20 oktober 2006, waarin de Minister de toeslagrechten had vastgesteld. Appellante stelde dat zij in aanmerking moest komen voor toeslagrechten uit de nationale reserve, omdat zij in 2002 grond had aangekocht en investeringen had gedaan in productiecapaciteit.
De Minister had echter in zijn bestreden besluit aangegeven dat de toewijzing van toeslagrechten uit de nationale reserve berekend wordt op basis van de toename van de rechtstreekse betalingen als gevolg van de investering ten opzichte van de referentieperiode. Het College oordeelde dat appellante niet in aanmerking kwam voor toeslagrechten, omdat zij in het effectjaar 2004 ten opzichte van de referentieperiode minder rechtstreekse betalingen had ontvangen. Appellante voerde aan dat zij de grond pas in 2003 in bezit had gekregen en dat 2005 als effectjaar moest worden genomen, maar het College oordeelde dat de grond in 2002 was gekocht en dat de bepalingen van de Regeling niet in haar voordeel uitpakten.
Het College concludeerde dat de Minister terecht had geweigerd om 2005 als effectjaar te nemen en verklaarde het beroep van appellante ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent de toewijzing van toeslagrechten en de noodzaak voor landbouwers om aan de voorwaarden te voldoen om in aanmerking te komen voor steun.