ECLI:NL:CBB:2009:BH2657
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- F. Stuurop
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake toeslagrechten GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft de Maatschap A, B en C, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, betreffende de vaststelling van de toeslagrechten op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Het beroep is ingediend op 12 april 2007, naar aanleiding van een besluit van 5 maart 2007, waarin verweerder het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 13 september 2006 heeft afgewezen. Dit eerdere besluit betrof de vaststelling van de toeslagrechten van appellante, waarbij verweerder de basisreferentie polsuiker heeft vastgesteld op 5.89 hectare met een waarde van € 3.646,36, gebaseerd op een leveringsrecht bij Cosun.
De procedure heeft geleid tot een zitting op 18 augustus 2008, waar de gemachtigden van beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Na heropening van het onderzoek op 5 september 2008, heeft appellante aanvullende stukken ingediend. De kern van het geschil draait om de vraag of het suikerquotum dat op 1 januari 2006 op naam van appellante stond geregistreerd, meegenomen moest worden in de berekening van de toeslagrechten. Appellante stelt dat zij recht heeft op het referentiebedrag suiker, omdat zij op de peildatum beschikte over een leveringscontract met CSM Suiker B.V.
Het College heeft geoordeeld dat de Minister ten onrechte het suikerquotum niet heeft meegenomen in de berekening van de toeslagrechten. Het College heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 644,-- en moet de Staat der Nederlanden het door appellante betaalde griffierecht van € 285,-- vergoeden.